Heffing box 3 ook in 2012 en 2013 acceptabel

19 december 2016 | Door redactie

De box 3-heffing is ook voor de jaren 2012 en 2013 niet in strijd met artikel 1 van het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Dit heeft Rechtbank Den Haag onlangs aangegeven.

De Hoge Raad gaf in juni van dit jaar al aan dat het forfaitaire stelsel van box 3 (tool) voor het jaar 2011 niet in strijd was met artikel 1 van het EVRM. Rechtbank Den Haag heeft de redenering van de Hoge Raad ook voor de jaren 2012 en 2013 gevolgd. In deze zaak ging het om een man die over buitenlands vermogen beschikte, dat hij niet in zijn aangiften inkomstenbelasting had meegenomen. Via een inkeerverklaring biechtte hij dit op. De inspecteur legde hem navorderingsaanslagen (tool) over 2012 en 2013 op. Hiertegen maakte de man bezwaar omdat hij vond dat de heffing in strijd was met artikel 1 van het EVRM.

Rendement over lange reeks van jaren bekijken

De rechter gaf aan dat hier geen sprake van was en verwees in de redenering naar het arrest van Hoge Raad. In 2012 en 2013 was ook geen sprake van strijdigheid, omdat uit de jurisprudentie bleek dat voor een inbreuk op artikel 1 EVRM het niet voldoende was dat het rendement van sommige bezittingen onder de 4% bleef. Volgens de rechter moest er over een lange reeks van jaren worden gekeken of het rendement van 4% behaald kon worden. En daar was in dit geval nog geen sprake van.
Rechtbank Den Haag, 19 december 2016, ECLI (verkort): 14343