Regels voor werken in de kou

26 januari 2017 | Door redactie

Een vijfde van de werknemers in Nederland heeft last van kou tijdens het werk. Dit kan leiden tot verlaagde productiviteit, verminderde kwaliteit en fysieke klachten. Volgens de Arbowet moet de werkgever voldoende maatregelen treffen om gezondheidsrisico’s van werken in de kou weg te nemen.

Soms kan kou een goede uitvoering van het werk verhinderen of zelfs gezondheidsrisico’s opleveren. Werknemers die buiten werken of blootgesteld worden aan de buitenlucht, in koel- en vriescellen werken of tijdens het werk weinig bewegen, kunnen hinder ondervinden van kou.  Bij lage temperaturen neemt de productiviteit en kwaliteit van het werk af. Ook kan er sprake zijn van fysieke arbeidsbelasting. Werken in de kou zonder goede bescherming kan leiden tot onderkoeling of zelfs bevriezing.

Persoonlijke beschermingsmiddelen bij gezondheidsrisico’s

De werkgever moet volgens het Arbobesluit geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) ter beschikking stellen als werknemers gezondheidsklachten kunnen ondervinden door de lage tempratuur. In cao voor de bouwnijverheid is vastgelegd dat werken bij een gevoelstemperatuur van -6 °C niet verantwoord is. Werknemers hebben dan het recht om het werk in de buitenlucht neer te leggen. Exacte temperaturen staan niet in de Arbowet, maar kunnen wel in de arbocatalogus of cao staan.  

Door kou neemt kans op arbeidsongevallen toe

In artikel 29 van de Arbowet staat dat werknemers hun werk mogen stilleggen als de werkgever geen maatregelen heeft getroffen terwijl er gevaar dreigt voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers. De grootste risico’s van werken in de kou zijn onderkoeling en bevriezing. Daarnaast neemt bij werken in de kou de kans op arbeidsongevallen toe. Ledematen zijn verstijfd en de concentratie neemt af waardoor alert reageren moeilijker wordt. In risicovolle sectoren zoals de  bouw, industrie en transportsector kan dat ernstige gevolgen hebben.