De drempelbedragen voor Europese aanbestedingen gaan met ingang van 2020 omlaag. Komt een overheidsopdracht boven deze grensbedragen, dan moet de klus verplicht Europees worden aanbesteed.
De Europese Commissie stelt de drempelbedragen voor aanbestedingen (infographic) telkens voor twee jaar vast. Onlangs zijn de voorgestelde bedragen voor 2020 en 2021 bekendgemaakt, en die liggen iets lager dan de afgelopen jaren. Het is voor het eerst in 10 jaar dat de drempels zakken.
De hoogte van de drempelbedragen voor aanbestedingen hangt af van het soort opdracht. Ook is er verschil tussen opdrachten van de Rijksoverheid en lokale overheden. Voor zogeheten werken, zoals de aanleg van een brug of weg, geldt de komende jaren een drempel van € 5.350.000. Dat is nu nog € 5.548.000.
Voor leveringen (inkoop van producten zoals kantoorinrichting) en diensten (alles wat geen werk of levering is) gelden dezelfde drempelbedragen. Die zien er de komende jaren zo uit:
| 2018/2019 | 2020/2021 | |
| Rijksoverheid | € 144.000 | € 139.000 |
| Lokale overheden | € 221.000 | € 214.000 |
| Defensie | € 443.000 | € 428.000 |
Dezelfde bedragen als voor defensie gelden ook voor leveringen en diensten in zogenoemde ‘speciale sectoren’, zoals energievoorziening en vervoer.
Opdrachten van overheden zullen dus de komende jaren al bij een iets lager bedrag Europees aanbesteed moeten worden. Ondertussen is Nederland al langer bezig om ervoor te zorgen dat de hele aanbestedingsprocedure soepeler gaat verlopen. De wisselwerking tussen ondernemingen en aanbestedende diensten loopt op zijn zachtst gezegd niet overal even vlekkeloos. Zo klagen mkb’ers over bureaucratie en het samenvoegen van opdrachten. Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken zet daarom de komende jaren in op een gedragsverandering in aanbestedingsland.