Het normale loon dat werkgevers aan werknemers uitbetalen voor hun verrichte werk, heet loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Er zijn echter ook situaties waarin er geen werk wordt verricht, maar er toch sprake is van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Waarom is dat onderscheid van belang?
Het standaard loon uit tegenwoordige dienstbetrekking bestaat uit het periodieke loon, de vakantiebijslag en een eventuele 13e maand, gratificatie (onverwachte bonus) of tantième (winstdeling). In het Handboek Loonheffingen 2017 is concreet uitgewerkt welke vier situaties verder nog behoren tot het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, ook al is er in die situaties eigenlijk geen sprake van verricht werk. Het gaat om:
Het tijdstip waarop werkgevers dit loon uitbetalen is niet van belang. Als een werkgever bijvoorbeeld na het einde van de arbeidsovereenkomst vakantiebijslag uitbetaalt, is er ook sprake van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.
Het onderscheid tussen loon uit tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking is niet alleen van belang voor het bepalen van de tabellen die de werkgever moet gebruiken voor de loonaangifte, maar ook voor het vaststellen van de vrije ruimte (tool) die de organisatie heeft in het kader van de werkkostenregeling. Bovendien kan loon uit tegenwoordige dienstbetrekking wel ten laste van de vrije ruimte worden gebracht en loon uit vroegere dienstbetrekking niet.