De fiscus doet pas uitspraak op bezwaar tegen de crisisheffing van organisaties met een vaststellingsovereenkomst na het oordeel van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Twee proefprocedures zijn namelijk voorgelegd aan dit hof. Voor organisaties zonder deze overeenkomst loopt de bezwaar- en beroepsprocedure gewoon door.
In 2013 en 2014 kon een organisatie te maken krijgen met de pseudo-eindheffing hoog loon, waartegen massaal bezwaar werd aangetekend. Een organisatie kon na bezwaar een vaststellingsovereenkomst sluiten met de Belastingdienst waarbij het moest gaan om bezwaren tegen de crisisheffing op juridische gronden, zoals bezwaar tegen de terugwerkende kracht. In deze vaststellingsovereenkomsten is vastgelegd dat de uitkomst van de door de fiscus te voeren proefprocedures leidend is voor de uitspraak van de Belastingdienst op het bezwaar tegen de crisisheffing. Voor sommige organisaties was het niet mogelijk om een vaststellingsovereenkomst af te sluiten omdat het daarbij ging om de vraag of de crisisheffing in hun specifieke geval een excessieve last was.
Aan de Hoge Raad zijn inmiddels 11 van de 13 proefprocedures voorgelegd. Ons hoogste rechtsorgaan heeft begin dit jaar geoordeeld dat de crisisheffing niet in strijd is met de nationale en Europese regels. De heffing druist alleen in tegen deze regels als deze leidt tot een individuele en buitensporige last voor de organisatie.
Momenteel liggen er twee proefprocedures over de crisisheffing ter beoordeling bij het EHRM. Na een bindend oordeel van het EHRM zal de fiscus uitspraak doen op de bezwaarschriften tegen de crisisheffing van organisaties die een vaststellingsovereenkomst met hem hebben afgesloten. Voor organisaties zonder vaststellingsovereenkomst loopt de procedure van bezwaar en beroep gewoon door.