In sommige gevallen is het bedrag aan belastingrente dat een werkgever moet betalen bovenop de naheffingsaanslag loonheffingen te hoog. De werkgever kan dan onder voorwaarden een verzoek aan de Belastingdienst sturen om de belastingrente te verlagen.
De Belastingdienst kan aan een werkgever voor de loonheffingen (en ook voor de BTW) een naheffingsaanslag met een te betalen bedrag aan belastingrente opleggen. Per 1 januari 2024 bedraagt de belastingrente 7,5%. Bij de berekening van de rente gaat de fiscus uit van het hele bedrag dat de werkgever moet betalen. Maar het is mogelijk dat de werkgever een deel van het bedrag al eerder heeft betaald. Is het bedrag aan belastingrente dat te veel in rekening is gebracht € 100 of meer, dan kan de werkgever een verzoek indienen om de belastingrente te verlagen.
Een voorbeeld. Een werkgever doet in juli 2022 aangifte loonheffingen over juni 2022 en betaalt het verschuldigde bedrag. In 2023 vraagt hij om een teruggaaf van een deel van dit betaalde bedrag. Deze teruggaaf krijgt hij vervolgens ook. Als op een later moment toch blijkt dat hij eigenlijk te weinig heeft betaald, ontvangt hij een naheffingsaanslag met belastingrente. Over de periode tussen de betaling in juli 2022 en de teruggave in 2023 mag de Belastingdienst geen belastingrente berekenen. Is er over deze periode en het bedrag toch belastingrente berekend, en is dit € 100 of meer? Dan kan de werkgever verzoeken de belastingrente te verlagen.
Hoe doet hij dat? Een verzoek om verlaging van de belastingrente, moet de werkgever verzenden naar de Belastingdienst (Postbus 731, 7300 AS te Apeldoorn). Hij geeft het verzoek het kenmerk 'Belastingrente artikel 30ia AWR' mee en vermeldt in ieder geval:
Per situatie kan ook nog aanvullende informatie belangrijk zijn. Er hoeven geen bewijsstukken meegestuurd te worden.