Werkgevers die over 2017 van de Belastingdienst een correctie moeten indienen, hebben daarvoor nog tot 1 april 2023 de tijd. Na het verstrijken van een kalenderjaar hebben werkgevers normaal gesproken vijf jaar de tijd om correcties in de aangifte loonheffingen in te dienen, maar bij een correctieverplichting is die deadline drie maanden later.
Werkgevers kunnen tot vijf jaar na afloop van een kalenderjaar op eigen initiatief een correctie indienen als zij een fout ontdekken in de aangifte loonheffingen. In 2023 kan de Belastingdienst dus geen correctieberichten over 2017 meer verwerken. De fiscus wijst deze correcties dan ook per brief naar de werkgever af. Heeft de Belastingdienst echter zelf een werkgever op een fout in de aangifte loonheffingen van 2017 gewezen en heeft de werkgever hiervoor nog geen correctie ingediend, dan moet hij dat uiterlijk 31 maart 2023 alsnog doen. De Belastingdienst kan een werkgever boetes en mogelijk ook belastingrente opleggen bij een correctie over een vorig jaar.
Alleen in twee bijzondere situaties kunnen werkgevers tot 1 april 2023 een correctie indienen over een aangiftetijdvak van 2017. Eén van die situaties is dus een correctieverplichting van de Belastingdienst over een loonaangifte van 2017.
De andere situatie is die waarin de werkgever vorig jaar al ontdekte dat hij in 2017 te veel of juist te weinig loonheffingen heeft aangegeven en hij daarover de Belastingdienst al vóór 1 januari 2023 een brief heeft gestuurd. De Belastingdienst kan dan alsnog vragen om een correctie, die de werkgever deze maand nog moet indienen.
Werkgevers die dit jaar een losse correctie indienen over een vorig jaar moeten er rekening mee houden dat er over dat jaar andere tabellen, percentages en heffingskortingen golden. Bovendien moeten zij latere aangifte loonheffingen uit hetzelfde jaar misschien ook corrigeren, als gevolg van voortschrijdend cumulatief rekenen (infographic).