Bedragen uit eigen aangifte achteraf corrigeren mislukt

3 september 2019 | Door redactie

De inspecteur gaat er als vuistregel vanuit dat de bedragen in een aangifte kloppen. Dat is prettig voor de belastingplichtige, want die hoeft dan niet voor elke post strijd te voeren. Maar het betekent ook dat als belastingplichtige vindt dat de bedragen toch anders moeten worden, het een hele toer is om dat voor elkaar te boksen.

In een zaak voor de rechtbank in Haarlem draaide het om de verkoop van een aanmerkelijk belang. Iedereen die een belang van meer dan 5% houdt in een vennootschap heeft een aanmerkelijk belang. Inkomsten uit dat aanmerkelijk belang zijn belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Dat geldt ook voor de opbrengst van de verkoop van dat belang.

Inspecteur neemt bedragen uit aangifte over

De belastingplichtige in deze zaak deed in 2012 zijn aanmerkelijk belang in twee ondernemingen van de hand. In de aangifte inkomstenbelasting stelde hij de overdrachtsprijs van die aandelen op ruim € 1,5 miljoen. De inspecteur nam dat bedrag ook over. Maar later kwam de man terug op de overdrachtsprijs. Volgens hem was er uiteindelijk een overeenkomst gesloten die erop neerkwam dat hij de aandelen ‘om niet’ aan een Amerikaanse partij had overgedaan.
De rechtbank stelde dat het op zich aan de inspecteur was om aan te tonen dat de overdrachtsprijs klopte. Want hoe hoger de overdrachtsprijs, hoe hoger de aanslag in box 2. Maar dat de man zelf € 1,5 miljoen had opgegeven, was al genoeg voor het ‘vermoeden’ dat dit getal ook klopte. Het was daarom aan de man zelf om aan te tonen dat die overdrachtsprijs uit de aangifte tóch niet deugde. En daarvoor had hij te weinig bewijs geleverd, oordeelde de rechtbank.

Verkrijgingsprijs aandelen ook twistpunt

De overdrachtsprijs bleef dus staan. En dat gold ook voor de verkrijgingsprijs van de aandelen. Die moest namelijk volgens de man meer dan drie keer zoveel zijn als de kleine € 1,3 miljoen die in zijn aangifte stond. Omdat hij de verkrijgingsprijs van de verkoopopbrengst mocht aftrekken voor het berekenen van het inkomen uit aanmerkelijk belang, zou dat een flinke belastingmeevaller opleveren. Maar ook hierbij ving de man bot bij de rechter. De man had namelijk geen ‘akten, dividendnota’s of andere juridische bewijsstukken’ overlegd die het hogere bedrag konden boekstaven. Ondanks alle moeite veranderde de rechtszaak dus niets aan de oorspronkelijke aangifte en de bijbehorende aanslag.
Rechtbank Noord-Holland, publicatiedatum 26 augustus 2019, ECLI (verkort): 7267