Een publieke omroep moest onlangs zijn fusiebesluit intrekken en de gevolgen ervan ongedaan maken. De OR van de omroep was namelijk naar de Ondernemingskamer gestapt, omdat hij onvoldoende informatie en motivatie over de fusie had ontvangen om goed advies te kunnen uitbrengen. De omroep had het fusiebesluit vervolgens toch genomen. Uit het oordeel blijkt dat een bestuurder het adviesrecht serieus moet nemen en zijn besluiten goed moet motiveren.
In de rechtszaak ging het om de fusie van twee publieke omroepen als gevolg van de bezuinigingen op de landelijke publieke omroep. De OR wees de bestuurder erop dat het adviesrecht van toepassing was op dit besluit en vroeg om een overzicht van de te nemen besluiten. Op de vragen die de OR naar aanleiding van de adviesaanvraag aan de omroep had gesteld, kreeg hij echter onvoldoende toelichting. Toen de omroep het fusiebesluit toch had genomen, stapte de OR naar de Ondernemingskamer.
De Ondernemingskamer gaf aan dat het meningsverschil dat de OR en de bestuurder hadden over de toekomstige organisatiestructuur niet betekende dat de motivering van de omroep niet goed was. Het is namelijk uiteindelijk aan de omroep zelf om hierin een gemotiveerde keuze te maken. Op dat punt was er dan ook geen tekortkoming wat betreft het adviesrecht. Op andere onderdelen van de voorgenomen besluiten was dat wel het geval.
De omroep had bijvoorbeeld onvoldoende financiële gegevens voor de bezuinigingen gegeven, waardoor de OR onder andere de personele gevolgen niet goed kon beoordelen in zijn advies. De Ondernemingskamer oordeelde uiteindelijk dat de omroep de OR onvoldoende informatie, duidelijkheid en motivering had gegeven. Daardoor had de omroep het besluit niet in redelijkheid kunnen nemen. De omroep had afbreuk gedaan aan het goede verloop en de effectiviteit van het medezeggenschapsproces. De omroep moest daarmee zijn besluit intrekken en de gevolgen ervan ongedaan maken.
Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam, 19 april 2013, LJN: BZ9689