Een bestuurder die een belangrijke inkrimping, uitbreiding of wijziging van de werkzaamheden wil doorvoeren, moet eerst langs de ondernemingsraad (OR). De OR heeft namelijk adviesrecht als er belangrijke gevolgen zijn voor de werknemers.
Bij een belangrijke inkrimping, uitbreiding of wijziging van werkzaamheden binnen de organisatie heeft de OR adviesrecht op grond van artikel 25, lid 1d van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De OR die zo’n adviesaanvraag krijgt voorgeschoteld, moet waakzaam zijn. Een inkrimping of wijziging kan namelijk een opstap zijn naar een grootschalige reorganisatie of zelfs faillissement, en kan dus grote gevolgen hebben voor de achterban. Ook moet de OR er alert op zijn dat zo’n verandering kan leiden tot nieuwe besluiten, waarbij het advies- of instemmingsrecht (artikel 27 WOR) van kracht is.
De OR doet er goed aan om over de inzet van de OR in gesprek te gaan met de werknemers. Hoe kijken zij aan tegen de op handen zijnde veranderingen en wat zijn aandachtspunten die de OR in zijn advies kan meenemen of kan voorleggen aan de bestuurder? De OR kan de ideeën van de achterban goed gebruiken om zijn standpunt te bepalen. De OR doet er ook verstandig aan om met de bestuurder een evaluatiemoment af te spreken, zodat er een mogelijkheid is om de uitvoering van de plannen waar nodig bij te sturen. Het is daarom raadzaam om te zijner tijd bij de achterban te informeren naar hun ervaringen.
Bij een belangrijke inkrimping, uitbreiding of wijziging van werkzaamheden wil de OR zijn achterban zo goed mogelijk vertegenwoordigen. Belangrijke aandachtspunten voor de OR: