Aanpassingen in systematiek WBSO

21 september 2021 | Door redactie

Als organisaties onderzoek doen naar innovaties, kunnen ze via de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) een deel van de loonkosten en andere uitgaven voor deze toekomstige werkzaamheden terugkrijgen. Het kabinet stelt een aantal wijzigingen voor.

Niet alleen is het aanvragen van de WBSO dankzij een nieuw portaal op rvo.nl vereenvoudigd. Ook stelt het kabinet een aantal wijzigingen voor die het aanvragen van de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O) makkelijker maakt en verduidelijkt. Het gaat om vereenvoudigingen in de aanvraag-, mededeling- en verrekensystematiek. Zo stelt het kabinet voor om toe te staan dat periodes waar de S&O-verklaringen betrekking op hebben elkaar mogen overlappen. Dat leidt ertoe dat organisaties vanaf 1 januari 2022 elke nieuwe kalendermaand een S&O-aanvraag kunnen indienen, ook als er al een andere S&O-aanvraag loopt die op dezelfde periode betrekking heeft. Er is wel een maximum verbonden aan het aantal aanvragen per jaar, namelijk vier. Ook moet de S&O-verklaring betrekking hebben op ten minste drie kalendermaanden. De laatste S&O-verklaring in het jaar moet dus 30 september zijn ingediend.

Jaartotaal S&O-verklaringen uitgangspunt

Daarnaast stelt het kabinet voor om in plaats van alle uren, kosten en uitgaven niet meer apart te verrekenen per S&O-verklaring, maar uit te gaan van het jaartotaal. Alle gemaakte uren, kosten en uitgaven kunnen meegenomen worden in de verrekening. Alleen het totaal van de aangevraagde uren, kosten en uitgaven dat in de verschillende S&O-verklaringen is toegekend, mag niet overschreden worden. Bovendien moet het gaan om werkelijk gemaakte uren, kosten en uitgaven.

Flexibiliteit voor S&O-inhoudingsplichtige

Het kabinet wil de inhoudingsplichtigen meer flexibiliteit geven. Per 1 januari 2022 mogen zij voor elk aangiftetijdvak waarop een S&O-verklaring betrekking heeft bepalen welk deel aan S&O-afdrachtvermindering zij in mindering willen brengen. Hier is wel een maximum aan verbonden: de maximale hoogte van de in dat aangiftetijdvak verschuldigde loonheffing. De tweede beperking is dat de S&O-vermindering niet al in een eerder tijdvak in mindering is gebracht.