Extra budget in 2021 voor WBSO en aanbevelingen

18 september 2020 | Door redactie

Om ervoor te zorgen dat de private investeringen in Research & Development (R&D) tijdens de coronacrisis zo veel mogelijk op peil blijven, heeft het kabinet besloten om extra budget beschikbaar te stellen voor de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) in 2021. Dit staat in een brief van staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat die op Prinsjesdag naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Via de WBSO-regeling (tool) kunnen organisaties onderzoek doen naar nieuwe innovaties en ideeën die tot succesvolle producten en diensten moeten leiden. Via de WBSO kunnen organisaties een deel van de loonkosten en andere uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling verlagen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de regeling uit namens het ministerie van EZK. 

In 2021 zullen de volgende tarieven van toepassing zijn op de WBSO:

  • Tarief eerste schijf: 40%;
  • Tarief eerste schijf starters: 50%;
  • Grens eerste schijf: € 350.000 S&O – (loon)kosten;
  • Tarief tweede schijf: 16%

De verhoging van de eerste schijf (was 32%) en het starterstarief (was 40%). Deze verhoging komt ten goede aan alle WBSO-gebruikers, waarbij met name het innovatieve mkb en starters een extra stimulans krijgen om te investeren (tool) in R&D. Het gaat wel om een incidentele ophoging. De kosten hiervan bedragen € 157 miljoen.

Invloed coronacrisis op WBSO

De staatssecretaris schrijft in haar brief dat het nog onzeker is welke invloed de coronacrisis heeft op de realisatie van de R&D-projecten van organisaties in 2020. Op basis van voorlopige signalen van organisaties en een eerste inschatting van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is dat de R&D ten gevolge van de crisis dit jaar nog niet heel sterk terugloopt. Wel gaat het totaal beschikbare budget voor 2021 omhoog naar € 1.438 miljoen in plaats van € 1.281 miljoen. 

Aanbevelingen uit de WBSO-evaluatie 

De staatssecretaris  noemt in haar Kamerbrief ook een aantal aanbevelingen: toepassing en uitbreiding van artificiële intelligentie, machine learning en ICT-tools. Ook het verlagen van administratieve lasten is een aanbeveling uide WBSO-evaluatie en dan specifiek het advies om de administratie van de zogenaamde S&O-niet-loonkosten (kosten en uitgaven ten behoeve van S&O-werkzaamheden) te vereenvoudigen. Tot slot geeft de staatssecretaris in haar Kamerbrief (pdf) aan dat zij geen reden ziet tot zorg voor de daling van het aantal WBSO-gebruikers, omdat het S&O zelf op peil blijft. Bovendien blijven organisaties die jaar in jaar uit aan S&O doen massaal van de WBSO gebruik maken. Wel moet de WBSO een grotere bekendheid krijgen.

Bijlagen bij dit bericht