In 2023 gaat de AOW-leeftijd niet omhoog. De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat dit regelt. De AOW-leeftijd blijft hetzelfde als in 2022, omdat de levensverwachting minder snel stijgt dan verwacht.
De leeftijd waarop mensen recht krijgen op een uitkering op basis van de Algemene ouderdomswet (AOW) gaat sinds 2013 stapsgewijs omhoog (tool). Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat die levensverwachting minder snel stijgt dan in voorgaande jaren. In 2023 zal de AOW-leeftijd daarom gelijk zijn aan die in 2022: 67 jaar en drie maanden.
Het besluit over de AOW-leeftijd in een bepaald jaar moet altijd vijf jaar van tevoren genomen worden. Op die manier weten mensen waar ze aan toe zijn en kunnen ze eventueel nog aanvullende maatregelen nemen. Denk bijvoorbeeld aan extra sparen voor meer aanvullend pensioen of een verzekering afsluiten.
Op de website van de Sociale Verzekeringsbank kunnen mensen laten berekenen wat hun AOW-leeftijd op dit moment is.