Vaker afspraken in cao over doorwerken na AOW-leeftijd

16 mei 2025 | Door redactie

Voor veel werknemers is het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd hét moment om te stoppen met werken. Er zijn er echter ook steeds meer die (deels) blijven doorwerken. Meer en meer cao’s bevatten hier afspraken over, meldt de NOS.

Een kwart miljoen van de werkenden is inmiddels van AOW-gerechtigde leeftijd (in 2025: 67 jaar), blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2023 waren dat er nog 229.000. Ook in cao’s is de trend waarneembaar. Waar vijf jaar geleden nog in 21% van de door vakbond FNV afgesloten cao’s afspraken stonden over doorwerken door AOW’ers (toolbox), is dat nu in 33% van de cao’s het geval. Overigens gaat het dan meestal niet om specifieke voorwaarden voor het doorwerken, maar wordt de mogelijkheid tot doorwerken benoemd. Het is dan aan de werkgever en de werknemer om samen afspraken te maken.

Personeelstekorten tegengaan met AOW’ers

Er zijn diverse redenen waarom AOW’ers blijven doorwerken. Sociale contacten, plezier of de verveling verdrijven, zijn belangrijke drijfveren. Uit onderzoek van demografisch instituut NIDI blijkt dat één op de tien doorwerkers hiervoor financiële beweegredenen heeft.
Werkgevers maken op hun beurt graag gebruik van de diensten van AOW’ers om de personeelstekorten tegen te gaan, maar ook om de ervaring en kennis van de werknemers niet te verliezen. De inzet van AOW’ers heeft nog meer voordelen (artikel):

  1. De werkgever kan een AOW-gerechtigde werknemer zes tijdelijke contracten geven binnen een periode van vier jaar voordat er recht op een vast contract ontstaat. De AOW’er kan ook een tijdelijk contract krijgen als hij vóór de AOW-leeftijd in vaste dienst was.
  2. Loopt een arbeidsovereenkomst (zonder pensioenontslagbeding (tool)) bij het bereiken van de AOW-leeftijd door, dan kan de werkgever dit contract op een later moment beëindigen zonder hiervoor toestemming aan UWV of de kantonrechter te vragen.
  3. De opzegtermijn voor de arbeidsovereenkomst duurt standaard een maand.
  4. De werknemer heeft bij ontslag geen recht op de transitievergoeding (tool).
  5. De werkgever hoeft geen premies te betalen voor de werknemersverzekeringen en de AOW, maar de AOW’er kan bij ziekte nog wel kortdurend recht hebben op een Ziektewetuitkering. Daarnaast kunnen kosten voor aanvullende pensioenopbouw wegvallen.
  6. Een AOW’er heeft bij ziekte maximaal zes weken recht op loondoorbetaling, in plaats van de reguliere 104 weken. 
  7. De (minder strenge) re-integratieverplichtingen bij ziekte duren ook maximaal zes weken.
  8. Na zes weken ziekte komt het opzegverbod ten einde en is ontslag mogelijk.
  9. AOW’ers zijn bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel een aparte groep: hun contract moet worden beëindigd voordat andere werknemers eventueel aan de beurt komen.
  10. De AOW’er kan zijn arbeidsduur niet laten aanpassen op basis van de Wet flexibel werken.

AOW’ers schaden baankansen

In 2023 riep het kabinet werkgevers al op om in gesprek te gaan met werknemers die willen blijven werken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Via de voorlichtingscampagne ‘Sommige werknemers zijn niet te stoppen’ (pdf) kregen werkgevers onder meer tips voor hoe ze in gesprek kunnen gaan met werknemers die de AOW-leeftijd naderen.
Toch juicht niet iedereen de trend toe. Zo is vakbond CNV van mening dat AOW’ers de baankansen van werkloze 55-plussers schaden (al tonen cijfers van UWV aan dat de werkloosheid in deze leeftijdscategorie relatief laag is).