De temperaturen in Nederland liggen al dagen onder nul en dankzij de sterke oostenwind voelt het nog kouder aan dan het daadwerkelijk is. Een werkgever moet voorkomen dat werknemers gezondheidsschade oplopen in deze vrieskou.
De Arbowet vermeldt geen exacte temperaturen, maar geeft in artikel 6.1 wel aan dat de temperatuur van de werkplek of het product dat een werknemer bewerkt niet nadelig mag zijn voor de gezondheid van de werknemer. Het gaat hierbij niet alleen om werknemers die in de buitenlucht werken, maar ook om werknemers die hun werkzaamheden verrichten in onverwarmde loodsen of koelcellen.
Maatregelen die een werkgever kan nemen om gezondheidsschade door kou te voorkomen, zijn bijvoorbeeld het afschermen van de werkplek, zodat de werknemers zo veel mogelijk gespaard blijven van kou, wind, regen of sneeuw. Daarnaast kan hij zorgen voor voldoende warmtebronnen en contact met koude materialen zo veel mogelijk voorkomen. Als een werkgever een lage temperatuur niet kan voorkomen, moet hij persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stellen. Ook moet hij de werkzaamheden afwisselen met werk op een warme plaats en de duur van de werkzaamheden verkorten.
Met bepaalde maatregelen kunnen werknemers hun werkzaamheden toch uitvoeren in de kou. Maar als het weer echt bar en boos is, is het onder sommige omstandigheden beter om het werk tijdelijk te staken. Werken bij vorst is in sommige sectoren namelijk niet verantwoord of zelfs niet mogelijk. In sommige cao’s zijn hierover regels vastgelegd. Werkgevers hoeven de loonkosten niet altijd zelf te dragen als een werknemer zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren vanwege de weersomstandigheden. Het UWV kent namelijk een zogeheten WW wegens onwerkbaar weer.