Afwikkeling letselschade bij arbeidsongeval kost tijd

Langlopende letselschadegevallen zijn vervelend. In de eerste plaats voor het slachtoffer, maar ook voor de familie, de werkgever in geval van een arbeidsongeval, en ook voor de veroorzaker van de schade. Er wordt gesproken van langlopend als de vordering van een slachtoffer (tool) na twee jaar nog niet is afgehandeld. Uit onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van de Letselschede Raad naar de kenmerken van dit soort zaken, blijkt dat hierbij meerdere oorzaken tegelijk spelen. Er is gekeken naar verschillende ongevallen, waaronder arbeidsongevallen. De meest voorkomende reden is het ontbreken van een stabiele medische situatie. Dat maakt het lastig te bepalen of er sprake is van blijvende beperkingen door het ongeval. Een andere reden is discussie over of bezwaren tegen de afwikkeling in verband met de re-integratie.

Verlies van arbeidsvermogen

Er spelen ook juridische discussies die voor vertraging zorgen. Ten eerste die over de causaliteitsvraag en ten tweede die over de hoogte van de toe te kennen schadevergoeding. Zo is het vaststellen van schadeposten als verlies van arbeidsvermogen een lastige kwestie. Voor deze vraagstukken zijn vaak meerdere deskundigen nodig. In veel gevallen schakelen partijen elk een eigen medisch adviseur in. Het onderling afstemmen kost dan veel tijd. Ten slotte verloopt ook de communicatie niet altijd soepel. De verschillende partijen hebben soms maar weinig direct contact met elkaar. Ook niet of niet op tijd reageren door verzekeraars en de  belangenbehartiger van het slachtoffer zorgt voor oponthoud. Niet alle oorzaken zijn weg te nemen, maar voor de gedupeerden in een letselschadezaak (artikel) is het belangrijk dat een zaak zo snel en zo zorgvuldig mogelijk  wordt afgehandeld.