Als het werk binnen een organisatie toeneemt, kan een werkgever een werknemer verzoeken om meer arbeidsuren te werken. Een werknemer is echter niet zomaar verplicht om hiermee in te stemmen.
Stel dat in de arbeidsovereenkomst van een werknemer is vastgelegd dat hij 32 uur per week werkt en de werkgever deze arbeidsduur wil wijzigen in 40 uur per week. Een werknemer hoeft die vermeerdering van zijn arbeidsduur in principe niet te accepteren. Het eenzijdig wijzigen van de arbeidsovereenkomst is lastig. Als er een min-maxcontract (tool) is afgesloten, kan de werknemer wel verplicht zijn om meer te werken.
Een goede werknemer zoekt natuurlijk wel met zijn werkgever naar mogelijkheden om met de werkdrukte om te gaan. Misschien is een werknemer bereid tijdelijk zijn arbeidsduur uit te breiden, bijvoorbeeld voor een half jaar. Het is dan goed om deze afspraak schriftelijk vast te leggen, zodat later geen discussie ontstaat over het tijdelijke of vaste karakter van de urenuitbreiding.
Bij overwerk (tools) werkt een werknemer ook tijdelijk meer uren. Zolang het redelijk en incidenteel blijft, mag een werkgever werknemers wel tot overwerk verplichten. Wordt het overwerk structureel – een werknemer heeft drie maanden lang meer uren gewerkt dan contractueel overeengekomen – dan kan de werknemer recht krijgen op aanpassing van de arbeidsduur in zijn contract. Doorgaans staat in de arbeidsovereenkomst en de cao wat de regels voor overwerk precies zijn.