In 2015 is het aantal ontslagen via de kantonrechter en UWV flink gedaald ten opzichte van de jaren daarvoor. Waarschijnlijk is de Wet werk en zekerheid (WWZ) één van de oorzaken van de daling.
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en UWV blijkt dat in 2015 23.400 werknemers ontslag kregen via UWV of de kantonrechter. Zowel bij de kantonrechter als UWV was in de jaren daarvoor het aantal ontslagen veel hoger. Waar in 2013 UWV nog voor 35.600 werknemers een ontslagaanvraag goedkeurde, werkte het instituut in 2015 aan 17.800 ontslagen mee. Ook bij de kantonrechter was de daling van het aantal ontslagen (van werknemers met een vast contract) sterk: van 10.100 in 2013 naar 5.600 in 2015.
Het CBS geeft geen verklaring voor de daling van het aantal ontslagen via UWV en de kantonrechter. De stand van de arbeidsmarkt zal van invloed zijn, evenals de inwerkingtreding van de WWZ. Eerder kwam naar voren dat sinds de WWZ werkgevers vaker kiezen om te schikken met de werknemer, in plaats van dat ze de kantonrechter verzoeken tot contractontbinding. De hervorming van de ontslagregels heeft ervoor gezorgd dat rechters minder snel een ontbindingsverzoek toewijzen.
Dat werkgever en werknemer vaker in onderling overleg uit elkaar gaan, is ook het beeld van UWV. Het aantal ontslagaanvragen bij UWV is afgenomen ten opzichte van de periode voor de WWZ. Voor het aantal ontslagen om bedrijfseconomische redenen gaat het om een ruime halvering tussen 2013 en 2015. Op deze ontslaggrond worden de meeste ontslagaanvragen bij UWV gebaseerd. In tegenstelling tot rechters keurt UWV echter sinds de WWZ (tools) niet vaker ontslagaanvragen af.