Stakende werknemers krijgen geen loon. Er zijn echter bij bijna elke staking ook werknemers die wel willen werken: de werkwilligen. Moeten werkgevers hun loon doorbetalen als zij door de staking niet kunnen werken?
De hoofdregel ‘geen arbeid, geen loon’ geldt voor werknemers die staken (tool). Als een werknemer echter wel wil werken, maar dat door de staking niet kan, geldt die regel niet altijd. Van groot belang voor de loonbetaling (tool) van deze zogenoemde werkwillige is dan of er sprake is van een door de vakbond georganiseerde staking of een staking die niet door de vakbond is georganiseerd: een wilde staking.
Bij een georganiseerde staking die als doel bijvoorbeeld een loonsverhoging of verbetering van andere arbeidsvoorwaarden heeft, hebben ook de werkwilligen belang bij de staking. De werkgever hoeft in dat geval hun loon niet door te betalen. Is de staking echter wild en van korte duur, dan is de werkwillige werknemer een buitenstander. Hij heeft in dat geval wel recht op zijn gewone loon.
In sommige gevallen kan de rechter oordelen dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap het loon van werkwilligen hoe dan ook moet doorbetalen. Bijvoorbeeld als de organisatie dat bij stakingen in het verleden ook gedaan heeft. Werknemers mogen er dan van uitgaan dat zij hun loon tijdens de staking doorbetaald krijgen.
Op bonussen hebben stakingen helemaal geen invloed. Het recht op staking mag namelijk in principe op geen enkele manier ingeperkt worden. Dat gebeurt wel als een werknemer naar zijn bonus kan fluiten als hij staakt.