Voor het ontslag van medewerkers gaan er een aantal zaken veranderen. Dit blijkt uit de Miljoenennota 2014. Zo wijzigt het ontslagrecht in 2016 en is het per 1 januari 2014 niet meer mogelijk om een ontslagvergoeding belastingvrij in een stamrecht-bv, bij een bank, een beleggingsinstelling of een verzekeraar te storten.
Zoals eerder afgesproken in het sociaal akkoord verandert het ontslagrecht in 2016. De ontslagroute die u moet volgen, hangt dan af van de reden van het ontslag van uw medewerker. Bij ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen en ziekte stapt u naar UWV. Bij ontslag door persoonlijke redenen – bijvoorbeeld een arbeidsconflict – moet u naar de kantonrechter. Nu kunt u nog zelf de keuze maken voor een ontslagroute.
Medewerkers met een dienstverband van twee jaar of langer krijgen bij ontslag een transitievergoeding mee. Deze vergoeding kunnen zij inzetten voor scholing of het vinden van ander werk. Zo wil het kabinet bevorderen dat een medewerker na ontslag zo snel mogelijk weer een nieuwe baan heeft.
De aanpassing van het ontslagrecht is opgenomen in het wetsontwerp Werk en zekerheid. Dit wetsontwerp is onlangs naar de Raad van State gestuurd naar advies. Als de Tweede en Eerste kamer akkoord gaan met dit voorstel, zijn de wijzigingen een feit.
Krijgt een medewerker nu een flinke ontslagvergoeding, dan kan hij het bedrag via de werkgever onderbrengen in een stamrecht-bv, bij een bank, een beleggingsinstelling of een verzekeraar. Het voordeel hiervan is dat dit dan belastingvrij kan. De medewerker moet dan pas belasting betalen als hij uitkeringen krijgt uit dit zogenoemde stamrecht. Het kabinet gaat deze stamrechtvrijstelling voor nieuwe stamrechten echter afschaffen per 1 januari 2014.
Om belastingplichtigen met een al bestaand stamrecht te prikkelen deze toch uit te laten keren, is er in het wetsvoorstel opgenomen dat als de aanspraken in 2014 ineens worden uitgekeerd, er maar over 80% van de uitkering belasting betaald hoeft te worden.