De kleine lettertjes van de ATW: nachtdiensten

29 maart 2017 | Door redactie

’s Nachts werken is voor werknemers belastender dan overdag werken. Er staan daarom in de Arbeidstijdenwet (ATW) aparte regels voor de arbeidsduur en de rusttijden bij nachtdiensten.

In de Arbeidstijdenwet (tools) staan alle regels over werktijden. Voor nachtdiensten staan in de Arbeidstijdenwet bijzondere bepalingen. Er is al sprake van een nachtdienst als een werknemer meer dan één uur werkt tussen 0:00 en 6:00 uur. Werkgevers moeten deze regels dus ook volgen als een werknemer eigenlijk tot middernacht werkt, maar een uur overwerkt of als een werknemer ’s ochtends al heel vroeg moet beginnen.

Maximaal tien of twaalf uur

Voor nachtdiensten geldt een hele rij aan strikte regels (tool). Eén van de belangrijkste is dat een nachtdienst in principe maximaal tien uur mag duren. Op die hoofdregel geldt echter een uitzondering in de kleine lettertjes van de Arbeidstijdenwet:

‘Maximaal vijf keer per twee weken en 22 keer per jaar mag een werknemer twaalf uur in een nachtdienst werken.’

Goede administratie is onmisbaar

Deze uitzondering betekent dat werkgevers – structureel of in geval van nood – langere nachtdiensten kunnen hanteren. Ze moeten daarbij dan wel heel goed in de gaten houden of het maximumaantal diensten van twaalf uur niet overschreden wordt, zeker als het om diensten gaat die op het laatste moment langer worden door overwerk. Een goede administratie is dus onmisbaar!

In de rubriek 'De kleine lettertjes van' behandelt Rendement een bijzondere bepaling uit een wet, besluit of regeling. In deze editie: de regels over nachtdiensten uit de Arbeidstijdenwet.