Een bv die haar werknemers een onbelaste vergoeding verstrekte voor de inrichting van hun werkkamer thuis, werd door de inspecteur teruggefloten. Een onbelaste vergoeding was tot 2011 alleen mogelijk als de werkkamer thuis aan het zelfstandigheidscriterium voldeed en dat was niet het geval.
U mag bepaalde zaken voor uw werknemers onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen, als zij deze nodig hebben voor de uitvoering van hun werk. Dus zaken voor de inrichting van de werkplek op kantoor, arbovoorzieningen of werkkleding. U moet zowel onder de oude regels als onder de werkkostenregeling voldoen aan de voorwaarden. Toen een bv de inrichting van de werkruimte thuis vergoedde, stelde de inspecteur dat niet aan de voorwaarde van een zelfstandige werkkamer – eigen opgang – was voldaan en legde een naheffingsaanslag loonbelasting op.
De bv ging in beroep bij Rechtbank Den Haag, die zich richtte op het geschil of de werkruimte thuis aan het zelfstandigheidscriterium moest voldoen bij een onbelaste vergoeding voor enkel de inrichting. Volgens de rechtbank stond duidelijk in de wet dat dit het geval was. Dat de vergoeding uitsluitend bestemd was voor de inrichting maakte geen verschil. De bv moest de naheffingsaanslag alsnog betalen. Inmiddels is het zelfstandigheidscriterium, waarop de rechtbank in deze zaak haar uitspraak baseerde, niet langer van toepassing.
Er gelden een aantal voorwaarden voor het onbelast verstrekken, die ook gelden voor een niet-zelfstandige werkruimte. Deze zijn:
Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 februari 2013, LJN: BZ5101