V&D mag salarisverlaging niet doorvoeren

27 februari 2015 | Door redactie

Warenhuis V&D mag de lonen van de werknemers niet eenzijdig verlagen met 5,8%. Althans, niet voor de werknemers die lid zijn van de vakbonden FNV en CNV. Dit was de uitspraak van de rechter in Amsterdam. V&D besloot daarom om de salarisverlaging voorlopig helemaal niet door te voeren, waardoor ook het salaris van niet-vakbondsleden niet wordt verlaagd.

Het in nood verkerende warenhuis V&D had het plan om een collectieve salarisverlaging voor haar werknemers toe te passen. Er zitten echter nogal wat haken en ogen aan zo’n loonoffer, zoals u kunt lezen in het bericht ‘Zoek eerst naar alternatieven voor loonoffer’. De kantonrechter heeft nu besloten om het loonoffer niet toe te staan, aangezien de beoogde eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden in strijd is met de arbeidsrechtelijke regels die de werknemer beschermen.

Deel werknemers wel bereid tot loonoffer

Wel geldt het verbod alleen voor werknemers die lid zijn van de vakbonden FNV of CNV. FNV wilde een verbod op het loonoffer voor alle V&D-werknemers, maar de rechter oordeelde dat de werknemersorganisatie alleen haar leden vertegenwoordigde. Er was te weinig bewijs dat de vakbond ook de steun had van andere V&D-werknemers. Zo haalde V&D tijdens het kort geding een enquête aan waaruit bleek dat een deel van de werknemers wel tot een loonoffer bereid was.

Niet-vakbondsleden kunnen zelf naar de rechter stappen

Ondanks het eenzijdige verbod behouden zowel werknemers die lid zijn van FNV of CNV als werknemers die geen vakbondslid zijn, de mogelijkheid om akkoord te gaan met het loonoffer. V&D heeft echter aangegeven nu eerst in hoger beroep te gaan en het loonoffer voorlopig in de ijskast te zetten, ook voor niet-vakbondsleden. Een beloningsonderscheid tussen werknemers zou voor een vreemde beloningsstructuur zorgen en V&D weet nog niet wie er lid is van een vakbond. Ook kunnen de niet-vakbondsleden zelf naar het gerecht stappen of gewoon lid worden van FNV of CNV.
Rechtbank Amsterdam, 23 februari 2015, ECLI (verkort): 899