U kunt een bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak voorkomen door op jaarbasis niet meer dan vijfhonderd privékilometers te maken. Een sluitende rittenregistratie is een goede manier om dat te bewijzen. Uit de uitspraak van het gerechtshof in Leeuwarden blijkt echter dat het enkel noteren van plaatsnamen hiervoor niet voldoende is.
In deze zaak ging het om een ondernemer met een eenmanszaak. Op de balans van de onderneming stonden twee personenauto’s. Voor deze personenauto’s telde de ondernemer geen bijtelling voor privégebruik tot het inkomen. In 2007 startte de Belastingdienst met een boekenonderzoek. De ondernemer gaf aan een rittenadministratie bij te houden, maar had die tijdens het boekenonderzoek niet overlegd. De Belastingdienst legde daarom een navorderingsaanslag over 2002 en 2003 op.
De ondernemer was het daar niet mee eens en ging in bezwaar. In deze bezwaarfase kwam hij pas op de proppen met een rittenadministratie en vermeldde daarin het kenteken, de weeknummering, de kilometerstand en meestal alleen een plaatsnaam van de rit. Het gerechtshof vond echter dat het enkel noteren van plaatsnamen zonder adres en zonder reden van het bezoek onvoldoende was voor een sluitende rittenadministratie. Daarnaast bleek de afstand naar een bepaalde bestemming ook te wisselen. De ondernemer kon daar geen verklaring voor geven. Dit was dus onvoldoende voor een sluitende rittenadministratie. De navorderingsaanslagen voor de bijtelling voor het privégebruik waren dus terecht.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2 juli 2013, ECLI(verkort): 5463