De bedrijfsauto van uw bv kunt u voor werkzaamheden ter beschikking stellen aan uw werknemers. Het is dan uiteraard niet de bedoeling dat zij hier ook privé gebruik van maken. U moet in dat geval namelijk rekening houden met de bijtelling vanwege het voordeel van privégebruik. De inspecteur moet het vermoeden van privégebruik wel aannemelijk maken. Een naheffing op basis van een kale constatering is onvoldoende, zo blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland.
In deze zaak draaide het om een op naam van een bv geregistreerde bedrijfsauto. Drie werknemers van de bv gebruikten deze auto voor zakelijke doeleinden. Er werd dan ook geen aangifte gedaan van privégebruik. De inspecteur vermoedde echter dat de bedrijfsauto wel degelijk voor privédoeleinden gebruikt werd. Volgens hem was de bedrijfsauto 12 keer op de weg gesignaleerd in weekeinden en op andere ‘ongebruikelijk late tijdstippen’. Om die reden legde hij de bv naheffingsaanslagen en vergrijpboetes op.
De bv kon echter aantonen dat al deze ritten verband hielden met de werkzaamheden van de onderneming. Bovendien was de bedrijfsauto door de werknemers nooit voor woon-werkverkeer gebruikt, stond de auto achter een afgesloten hek geparkeerd bij het bedrijfspand van de bv en hingen de sleutels in een kluisje op kantoor.
De rechter stelde de bv in het gelijk. In de rechtszaak stond niet ter discussie dat de auto gebruikt werd door de werknemers. De constatering van de inspecteur dat de auto zakelijk was gebruikt, betekende volgens de rechtbank namelijk niet dat de auto door de bv ook aan de werknemers ter beschikking was gesteld. Volgens de rechter kon de inspecteur dit ook niet aannemelijk maken.
De naheffingsaanslagen en vergrijpboetes waren dan ook onterecht opgelegd.
Rechtbank Noord-Holland, 21 oktober 2013, ECLI (verkort): 11548