Geen bijtelling voor vakantieritten dga
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) die vanaf zijn vakantieadres met de auto van de zaak naar een zakenrelatie reed, hoefde deze ritten volgens Gerechtshof Den Haag niet aan te merken als privé. Daardoor was de opgelegde naheffingsaanslag loonbelasting vanwege de bijtelling onterecht.
De dga beschikte over een auto van de zaak, die hij enkel zakelijk gebruikte. Hiervoor had hij begin 2008 een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ ingediend bij de fiscus, waarna de dga de bijtelling voor het privégebruik achterwege mocht laten. De verklaring gold voor onbepaalde duur. Tijdens zijn vakantie werd de dga door een zakenrelatie gebeld om af te spreken voor contractonderhandelingen. Hij had zijn auto van de zaak echter niet tot zijn beschikking en vroeg daarom een vriend om deze naar het va