Volgens de staatssecretaris van Financiën is het einde van de discussie over de lunchkilometers nog lang niet in zicht. De staatssecretaris is nog steeds van mening dat thuis lunchen een privékwestie is voor de berekening van de privékilometers bij de auto van de zaak. De rechtbank en het gerechtshof daarentegen zijn van mening dat het hier gaat om zakelijke kilometers.
De bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak is niet van toepassing als de ondernemer onder de vijfhonderd privékilometers blijft. De rechtbank en het gerechtshof in Arnhem hebben hun mening al mogen geven over de behandeling van deze lunchkilometers. In deze zaak ging het om de directeur-grootaandeelhouder (dga) die tussen de middag naar huis ging om te lunchen. De dga was van mening dat de lunchkilometers zakelijke kilometers zijn, zodat hij onder de grens van de vijfhonderd privékilometers bleef. De inspecteur was het hier niet mee eens en heeft een naheffingsaanslag opgelegd. De rechtbank en het gerechtshof kozen echter partij voor de dga. De rechter gaf hierbij aan dat het begrip woon-werkverkeer niet in de wet was uitgelegd. De kilometers voor woon-werkverkeer waren zakelijke kilometers en het maakte hierbij niet uit hoe vaak de dga reisde tussen het werk en de eigen woning.
De staatssecretaris van Financiën kan zich echter nog niet vinden in deze uitkomst. In het besluit reiskostenvergoeding en privégebruik auto heeft de staatssecretaris aangegeven dat het bij lunchritten gaat om privékilometers. Daarnaast is in het besluit opgenomen dat beroep in cassatie is aangetekend tegen de uitspraak van het gerechtshof in Arnhem. De Hoge Raad zal dus het eindoordeel moeten vellen.