Geldt er een verbod op privégebruik voor de auto van de zaak, maar ontbreekt de kilometeradministratie en is er nauwelijks controle op het privégebruik van de auto, dan moet er toch een bijtelling plaatsvinden. Dit heeft de rechter onlangs bepaald.
In deze zaak draaide het om een organisatie waarbij 25 tot 30 werknemers gebruik mochten maken van ongeveer negen bedrijfsauto’s om van kantoor naar de klant te rijden. De Belastingdienst stelde in 2012 een onderzoek in naar het privégebruik van de auto van de zaak. De fiscus constateerde dat voor geen enkele auto een kilometeradministratie (tool) werd bijgehouden en dat de organisatie ook niet controleerde op privégebruik. Hij legde vervolgens een naheffingsaanslag voor de loonheffingen op over de niet-ingehouden bijtelling (tool) voor de auto’s van de zaak over de jaren 2008 tot en met 2012.
De organisatie was het hier niet mee eens. Zij had aan haar werknemers gemeld dat zij de auto’s niet voor privédoeleinden mochten gebruiken en een deel ervan had bij indiensttreding ook een Verklaring geen privégebruik auto ondertekend. De rechter stelde dat de organisatie niet kon bewijzen dat de auto’s op kalenderjaarbasis minder dan 500 privékilometers reden. Weliswaar gold een verbod op privégebruik, maar er was geen kilometeradministratie bijghouden, controleerde (tool) de organisatie niet op privégebruik en registreerde zij het terugbrengen van de sleutels niet. Er waren onvoldoende maatregelen genomen om privégebruik tegen te gaan. De rechter oordeelde dat het niet was na te gaan in welke mate er sprake was van privégebruik en kon daarom niet beoordelen of het privégebruik wel of niet meer dan 500 kilometer bedroeg op kalenderjaarbasis. De inspecteur had terecht een naheffing van € 85.024 opgelegd met een boete van € 5.000.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16 augustus 2016, ECLI (verkort): 6541