Dat een auto vies is en stinkt, maakt een auto nog niet uitsluitend geschikt voor goederenvervoer. Ook als er een gereedschapskist onlosmakelijk bevestigd is aan zo’n vieze auto verandert niets aan deze stelling. Dit oordeelde een rechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
De vennootschap onder firma (vof) in deze zaak had als ondernemingsvermogen een terreinwagen met vierwielaandrijving. De terreinwagen – een Landrover – had naast een bestuurdersstoel ook een bijrijdersstoel. Achter het zitgedeelte was een halfhoog schot geplaatst. Er was ook een gereedschapskist aan de laadvloer bevestigd. De inspecteur vond dat er sprake was van een bestelauto die de vennoot ook voor privéritten kon gebruiken. De vennoot was het hier niet mee eens. Naar zijn mening was de auto niet geschikt voor privégebruik, maar kon deze uitsluitend voor goederenvervoer gebruikt worden. Hierop legde de inspecteur een navorderingsaanslag op in verband met privégebruik van de auto. De vennoot spande een rechtszaak aan tegen de Belastingdienst.
Hof Arnhem gaf de inspecteur toch gelijk. De Landrover had namelijk geen kenmerken die aantoonden dat de auto alleen geschikt was voor goederenvervoer. Bovendien was de auto wel degelijk geschikt voor het vervoer van personen vanwege de geringe omvang van de auto. Daarnaast kon de man ook niet bewijzen dat hij met de auto minder dan 500 privékilometers had gereden, omdat hij niet over een rittenadministratie beschikte. Ook met een verklaring van de werknemers en van zichzelf kon de vennoot het privégebruik niet uitsluiten. De inspecteur had dus terecht een navorderingsaanslag opgelegd.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27 november 2013, ECLI (verkort): 9035