U heeft soms geen rittenadministratie nodig

2 november 2010 | Door redactie

Een werknemer met zowel een auto van de zaak als een Verklaring geen privégebruik, hoeft niet perse via een rittenadministratie aan te tonen dat hij maximaal vijfhonderd privékilometers heeft gereden. Uit een recent arrest van de Hoge Raad blijkt dat een overtuigende mondelinge verantwoording ook mag.

Als u (of één van uw werknemers) met zowel een auto van de zaak als een Verklaring geen privégebruik op dit voertuig slordig is met het bijhouden van de rittenadministratie, kan de Belastingdienst deze weigeren als bewijs. Dit kon u al lezen in het bericht ‘Rittenadministratie geen bewijs bij fouten'. Toch blijkt u dan soms alsnog onder een naheffingsaanslag uit te kunnen komen, zoals de belastingplichtige in bovengenoemde rechtszaak met succes probeerde. De man waar het om draaide was werknemer in een autoverhuurbedrijf. Hij hield een rittenadministratie bij voor zijn auto van de zaak, maar deze was niet volledig. Als de man op kantoor was, gebruikten zijn collega's de auto om gehuurde wagens naar klanten in het hele land te brengen of juist op te halen. Van deze zogenoemde pendelritten stond in de rittenregistratie alleen het aantal gereden kilometers vermeld.

Vrije bewijsleer geldt

De inspecteur vond dat de rittenadministratie niet als bewijsmateriaal kon dienen, omdat deze onvolledig was. De man stapte na de rechter en uiteindelijk werd de zaak beslecht door de Hoge Raad. In het arrest gaf de Hoge Raad nog eens aan dat dat ook niet-schriftelijk bewijs acceptabel kan zijn, omdat in dit geval de vrije bewijsleer geldt. De zaak is nu terugverwezen naar het gerechtshof in Amsterdam, dat de zaak inhoudelijk moet beoordelen.
Hoge Raad, 22 oktober 2010, ECLI (verkort): BO1395