Verkeerd tanken door werknemer kost u geld

1 april 2015 | Door redactie

Onlangs moest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordelen over de vraag of een werkgever aansprakelijk was voor de schade die een werknemer aan zijn leaseauto toebracht doordat deze in een moment van onachtzaamheid de verkeerde brandstof tankte. Of is deze schade op de werknemer te verhalen?

Veroorzaakt een werknemer tijdens werktijd schade aan zijn auto van de zaak, dan is in principe de werkgever hiervoor aansprakelijk. Onder omstandigheden kan de werkgever ook aansprakelijk zijn voor schade die de werknemer buiten werktijd toebrengt aan zijn leaseauto. Een uitzondering geldt bij opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. In dat geval ligt de aansprakelijkheid bij de werknemer en moet, volgens de huidige wetgeving, de werknemer dan de schade vergoeden.

De handeling vond plaats tijdens werktijd

In deze zaak stonden een werkgever en werknemer tegenover elkaar omdat de werknemer zijn leaseauto had volgegooid met benzine in plaats van de voorgeschreven diesel. Dit leidde tot schade aan de auto. De werkgever wilde die schade op de werknemer verhalen en haalde aan dat de werknemer de tankfout buiten werktijd had begaan. Volgens de werkgever was de werknemer daarom aansprakelijk, ongeacht de intenties bij het tanken. Het hof stelde echter dat de werknemer voor zijn werk op weg was naar een vergadering. De handeling vond hierdoor plaats tijdens werktijd.

De werkgever kon zich niet op de leaseregeling beroepen

Ook oordeelde het hof dat de werknemer niet met opzet of bewuste roekeloosheid verkeerd had getankt. Een dergelijke fout kan een autobestuurder nu eenmaal maken. Bovendien had de werknemer de fout nooit eerder begaan en was hij niet de eerste in de onderneming die verkeerd had getankt. Het was de werkgever zelf die aangaf dat dit weleens vaker gebeurde. Daarnaast kon de werkgever niet terugvallen op de leaseregeling, want de algemene formuleringen hierin waren onvoldoende om de werknemer aansprakelijk te kunnen stellen. De aansprakelijkheid lag daarom bij de werkgever.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17 maart 2015, ECLI (verkort): 1908