Topmanagers in Europa zijn positief over flexibele werktijden en thuiswerkopties. Als werknemers een betere werk-privébalans vinden, stellen ze zich namelijk flexibeler op ten opzichte van de organisatie. Ook de werkplekken op kantoor veranderen door de toenemende flexibiliteit. Wat zijn de do’s en don’ts bij flexwerken?
Of flexibele werktijden en werkplekken wel of niet goed uitpakken, is afhankelijk van een hoop factoren. Over het algemeen vinden werknemers het prettig als de werkomgeving een modern interieur heeft. Lichte, open en opgeruimde ruimtes hebben dan ook de voorkeur. Daarbij is het belangrijk dat de bureaus en de stoelen verstelbaar (tool) zijn. Door verschillende soorten werkplekken te creëren, ontstaan er plekken voor interactie met collega’s en plekken waar werknemers zich goed kunnen concentreren.
Er kleven ook nadelen aan flexibele werkplekken. Werknemers hebben vaak concentratieproblemen in de open ruimten, omdat ze regelmatig afgeleid raken door collega’s die telefoneren of onderling gesprekken voeren. Ook qua privacy leveren de werknemers in. Het inzetten van de verschillende typen werkplekken is slim, maar er moeten dan wel voldoende concentratieplekken beschikbaar zijn. Die zijn het populairst en dus ook het snelst bezet. Andere werknemers hebben dan weinig keus meer en zullen in de open ruimten aan de slag moeten.
Werkgevers moeten er ten slotte op letten dat de flexibele werkplekken en het vaker thuiswerken de sociale binding tussen werknemers niet in de weg staat. Het is daarom belangrijk dat er goede afspraken zijn over bereikbaarheid (tool) en beschikbaarheid.