Werkgever kan zich niet verschuilen achter bedrijfsarts

20 mei 2022 | Door redactie

Werkgevers doen er verstandig aan om niet blind af te gaan op het oordeel van een bedrijfsarts. Rechtbank Rotterdam veroordeelde een werkgever tot het betalen van een billijke vergoeding van € 50.000 omdat hij ernstig verwijtbaar had gehandeld, naar eigen zeggen op basis van de adviezen van de bedrijfsarts.

De zaak draaide om een werknemer van een producent van koffiecapsules. In 2014 raakte hij betrokken bij een arbeidsongeval, waarbij er een glazen deur op zijn hoofd viel. Na enige tijd uit de roulatie te zijn geweest, hervatte hij zijn werk. In 2018 moest de werknemer op gesprek komen bij de werkgever vanwege frequent ziekteverzuim en ontving hij bij de jaarlijkse eindbeoordeling een onvoldoende, na jaren van goede beoordelingen. Hierop volgde weer een ziekteperiode.

Verzekeringsarts UWV vond werknemer niet ziek

Na enkele maanden verklaarde de bedrijfsarts de werknemer volledig arbeidsgeschikt. Hierop riep de werkgever de werknemer tweemaal per brief op om zijn werk te hervatten, maar de werknemer weigerde. Zijn loon werd stopgezet. De werknemer vroeg een deskundigenoordeel aan bij UWV. De verzekeringsarts van UWV oordeelde dat de werknemer bij de start van de loonstop arbeidsongeschikt was.
Hierna volgden de ontwikkelingen elkaar snel op: nog meer ziekmeldingen, de bedrijfsarts die de werknemer wederom arbeidsgeschikt achtte, een second opinion, een officiële waarschuwing, een nieuw deskundigenoordeel met dezelfde uitkomst, twee door de werknemer afgewezen voorstellen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst en een door de kantonrechter afgewezen verzoek van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.

Schorsing van drie maanden voor bedrijfsarts

De bedrijfsarts had in de tussentijd zijn oordeel enigszins bijgesteld en besloot – na een officiële klacht van de werknemer en een dreigende tuchtzaak – dat hij de werknemer niet langer kon begeleiden. De werknemer zette de tuchtzaak door, waarna de bedrijfsarts werd geschorst voor drie maanden. Uiteindelijk bleek de werknemer bij de WIA-keuring voor meer dan 80% blijvend arbeidsongeschikt en beëindigde de werkgever de arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte.

Foutief handelen bedrijfsarts werkte niet verzachtend

De werknemer spande een zaak aan tegen de werkgever waarin hij onder meer een billijke vergoeding eiste vanwege het schenden van het goed werkgeverschap. De kantonrechter oordeelde dat de bedrijfsarts ernstig tekort was geschoten in de vereiste zorgvuldigheid. De werkgever had op zijn beurt ernstig verwijtbaar gehandeld door zijn re-integratieplichten te verwaarlozen. Ook was de werkgever de oordelen van de bedrijfsarts klakkeloos blijven volgen, zelfs toen er meerdere deskundigenoordelen waren die tegenstrijdig waren aan het advies van de bedrijfsarts. Dat de bedrijfsarts foutief had gehandeld, werkte niet verzachtend. De werkgever was verplicht zorg te dragen voor passende re-integratiemaatregelen en zich als goed werkgever te gedragen tegenover de werknemer. De werkgever kon zich hierbij niet verschuilen achter de adviezen van de bedrijfsarts. De werknemer kreeg een billijke vergoeding van € 50.000.
Rechtbank Rotterdam, 21 april 2022, ECLI (verkort): 3129