De ondernemingsraad (OR) heeft instemmingsrecht op alle beslissingen die te maken hebben met het arbobeleid. Dat geldt dus ook voor de organisatie van de bedrijfshulpverlening en het bhv-plan. Dat kan alleen doorgaan als de OR ermee instemt.
Bij het opzetten van de organisatie van bedrijfshulpverlening (bhv), kan de werkgever niet om de ondernemingsraad (OR) heen. De OR of personeelsvertegenwoordiging (PVT) heeft namelijk instemmingsrecht bij elke regeling die verband houdt met arbeidsomstandigheden. De bhv-organisatie en het bhv-plan (tool) vallen hier ook onder. Als de preventiemedewerker de organisatie van de bhv in de RI&E aanpast, moet de OR daarmee instemmen.
Een bhv-plan gaat pas in na de goedkeuring van de OR. De OR zal daarbij extra aandacht richten op de volgende onderdelen van het plan:
De ondernemingsraad is ook een bron van informatie. De OR heeft immers de nodige kennis over arbo, zeker als er een VGWM-commissie (Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu) is. De OR-leden die zitting hebben in deze commissie, hebben zich gespecialiseerd in arbo. De OR of VGWM-commissie kan, net als de arbo-commissie, bijvoorbeeld meedenken over interne risico’s en de bescherming van de bedrijfshulpverleners tijdens het uitvoeren van hun taken bij calamiteiten en incidenten. De OR of de VGWM-commissie kan de bhv ook uitnodigen voor overleg.
Meer informatie over het regelen van een solide bhv-organisatie vindt u in de toolbox Stapsgewijs naar een solide bhv-organisatie.