Risicoaansprakelijkheid bij verkoop bv

15 september 2015 | Door redactie

In de zojuist gepubliceerde overige fiscale maatregelen van het kabinet is bekendgemaakt dat de regelgeving over de verkoop van ondernemingen met terugwerkende kracht tot vandaag wijzigt. Het gaat hierbij specifiek om de aansprakelijkheid van de directeur-grootaandeelhouder (dga) voor de te betalen vennootschapsbelasting (VPB) over de fiscale en stille reserves bij verkoop van zijn bv.

De wetswijziging heeft uitsluitend betrekking op de verkoop van vennootschappen waarvan de bezittingen voor belangrijke mate uit beleggingen bestaan. Voorheen kreeg een dga van zo’n bv bij verkoop te maken met een aansprakelijkheid voor de te betalen VPB, als er bij de bepaling van de verkoopprijs onvoldoende rekening was gehouden met te betalen VPB over aanwezige fiscale en stille reserves.

De Hoge Raad wees in 2014 twee arresten

Deze voormalige aansprakelijkheid werkt terug tot drie jaar voorafgaand aan de verkoop. De dga was echter niet aansprakelijk als hij de fiscus zekerheid kon verschaffen of kon stellen dat de onbetaalde VPB niet aan hem te wijten was  (disculperen). Mede aan de hand van twee arresten van de Hoge Raad (ECLI (verkort): 2150 en 1525) heeft het kabinet besloten om deze disculpatiemogelijkheid vanaf vandaag aan te scherpen.

Disculperen is beperkt mogelijk

Op dit moment is er een risicoaansprakelijkheid van kracht. Disculperen is niet meer mogelijk in geval van aansprakelijkheid voor VPB die betaald had moeten worden over:

  •  een herinvesteringsreserve; of over
  •  een (stille) reserve die is verbonden aan activa die binnen zes maanden na de aandelenoverdracht wordt vervreemd.

Met een bankgarantie of hypotheekrecht kan een dga ervoor zorgen dat hij het risico op aansprakelijkheid afwentelt op een derde. De disculpatiemogelijkheid krijgt hierdoor het karakter van risicoaansprakelijkheid.