Bioscoop moet ondanks coronasluiting toch OZB betalen

22 mei 2023 | Door redactie

Een bioscoop die vanwege de coronasluiting geen films kon vertonen, moet toch gewoon een gemeentelijke heffing aftikken voor het gebruik van het pand. De rechter vindt dat de bioscoop het pand ondanks de verplichte sluiting toch gewoon gebruikt heeft.

In dit geval ging het om een aanslag voor de onroerendezaakbelasting (OZB). Gemeenten heffen die belasting bij woningen en bedrijfspanden, en die wordt gebaseerd op de WOZ-waarde (artikel) van een pand. Bij een bedrijfspand is er een heffing voor de eigenaar en een voor de zogenoemde ‘gebruiker’, vaak een huurder.

Bioscoop dicht op peildatum OZB

De gemeente legde de bioscoop een OZB-aanslag voor een gebruiker op over het jaar 2021. Maar op de peildatum 1 januari 2021 was de bioscoop dicht, vanwege landelijke coronamaatregelen. Het pand was dus niet bruikbaar voor het vertonen van films, en daarom was er volgens de bioscoop ook geen sprake van belastingplichtig ‘gebruik’ in de zin van de wet. De bioscoop ging daarom in beroep bij de rechter tegen de OZB-aanslag.
Eind vorig jaar speelde al een soortgelijke zaak bij de rechtbank in Roermond. Toen verwees de rechter de OZB-aanslag naar de prullenbak. De rechtbank stelde dat de OZB een tijdstipbelasting is en het dus de vraag was of de bioscoop specifiek op 1 januari aangemerkt kon worden als gebruiker. En door de coronasluiting kon de bioscoop het pand op dat moment niet exploiteren, zo redeneerde de rechter, waardoor van gebruik geen sprake was.

Pand gebruikt als opslagplaats voor inventaris

In deze zaak kwam de rechter dus tot een andere conclusie. De discussie over een tijdstipbelasting kwam hier ook helemaal niet aan de orde. De heffingsambtenaar voerde namelijk aan dat de bioscoop het pand alsnog gebruikte, maar dan als opslagplaats voor de inventaris. De redenatie was dat als de bioscoop alle stoelen en andere inrichting had opgeslagen in een loods, zij ook was aangeslagen als gebruiker van die loods.
De rechtbank ging mee in die redenering. Omdat de bioscoop ook tijdens de sluiting steeds als bioscoop was ingericht – en dat vond de rechtbank wel aannemelijk met het oog op een mogelijk vlotte heropening – merkte de rechtbank de situatie aan als ‘opslag in de onroerende zaak van meubilair en dergelijke’. En dat telde als belastingplichtig gebruik. De OZB-aanslag bleef daarom in stand.
Rechtbank Midden-Nederland, 18 april 2023 (publicatiedatum 16 mei 2023), ECLI (verkort): 1870