Kantoor of winkel huren? Het maakt nogal een verschil!

28 februari 2018 | Door redactie

Als dat geschikte bedrijfspand op die prachtige A-locatie eenmaal is gevonden, lijkt het aangaan van een huurovereenkomst nog een fluitje van een cent. Toch kan dat vies tegenvallen. Anders dan bij het aangaan van een huurovereenkomst voor een woonruimte, bestaan er in juridische zin twee soorten bedrijfspanden: winkels en kantoren.

Een bedrijfspand is ofwel een winkel, ofwel een kantoor. Ook als het een loods is, een ziekenhuis of een garagebedrijf wordt het ingedeeld in één van beide categorieën. In het ene geval (een winkel) geldt artikel 7:290 BW, in het andere geval (een kantoor) geldt artikel 7:230a BW. Huurders die vallen onder artikel 290 worden door de wet extra beschermd. De gedachte daarachter is dat voor zulke huurders de locatie van hun pand extra belangrijk is. Zij investeren in de bekendheid van hun winkel bij het publiek. Als het publiek de weg naar de winkel eenmaal gevonden heeft , moet de huurder erop kunnen vertrouwen dat hij gebruik kan blijven van maken van de locatie. De verhuurder moet dan niet iedere maand de huur op kunnen zeggen.

Vergeten huurovereenkomst op te zeggen? Nóg vijf jaar huren

Een 290-ruimte wordt op grond van de wet in eerste instantie verhuurd voor ten minste vijf jaar. Na die periode kan een huurder vertrekken, maar als hij dat niet doet, wordt de huur automatisch nog eens vijf jaar voortgezet, ongeacht de wensen van de verhuurder. Bovendien geldt een wettelijke opzegtermijn van minstens een jaar. Om het de verhuurder nog wat moeilijker te maken is bepaald dat een opzegging door de verhuurder ongeldig is als hij in de opzeggingsbrief niet de redenen voor de opzegging heeft genoemd.

Haken en ogen bij het aangaan van een huurovereenkomst

Meer weten over het het sluiten van een huurovereenkomst (tool) voor een bedrijfspand? In het maartnummer van BV Rendement vindt u hierover een praktisch artikel. Nog geen abonnement? Vraag dan nu een proefabonnement aan!