Vorige week heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen dat de product- en bedrijfschappen (PBO) beëindigt. Is er in de branche van uw onderneming een product- of bedrijfschap? Dan moet u per 1 januari 2015 in uw financiële administratie rekening houden met veranderende omstandigheden.
De Wet opheffing bedrijfslichamen beëindigt de product- en bedrijfschappen per 1 januari 2015. Er zijn op dit moment 11 productschappen en 6 bedrijfschappen. Als u nu een verplichte heffing betaalt kunt u er nu alvast rekening mee houden dat deze verplichting in 2015 komt te vervallen. Omdat veel ondernemers kritiek hadden op de verplichte heffing, zijn vrijwel alle verplichte heffingen al per 1 januari 2014 beëindigd. De nieuwe situatie levert een lastenverlichting van ongeveer € 220 miljoen op.
Op dit moment voeren de product- en bedrijfschappen taken uit voor de overheid én het bedrijfsleven, waaronder het maken van sectorspecifieke regels. Deze medewetgevingstaak van de product- en bedrijfschappen zal straks uitgevoerd worden door:
Per 1 januari 2014 neemt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland – van het ministerie van Economische Zaken – al taken waar. De Eerste Kamer had dus niet veel keus toen zij een beslissing moest nemen over het wetsvoorstel. Naast de medewetgevingstaak voerde de product- en bedrijfschappen ook niet-publieke taken uit, zoals voorlichting en belangenbehartiging. Deze zal de overheid niet overnemen. Het bedrijfsleven mag deze taken straks vrijwillig uitvoeren, bijvoorbeeld in een brancheorganisatie.