Miljoenen voor strijd tegen belastingontwijking

2 oktober 2018 | Door redactie

Het kabinet gooit er nog eens € 17 miljoen tegenaan om belastingontwijking en belastingontduiking via het buitenland aan te pakken. Met dat geld wordt de opsporingscapaciteit opgevoerd, om te laten zien 'dat het verhullen van vermogen in het buitenland beslist niet loont'.

Uitgelekte documenten als de Panama Papers en de Paradise Papers laten zien dat belastingontwijking wereldwijd goed georganiseerd is. En dat de aanpak dus ook behoorlijk ingewikkeld is. Dat vraagt volgens staatssecretaris Snel van Financiën dus ook om andere specialisaties bij de inspecteurs die het geheime buitenlandse vermogen op willen sporen, schrijft hij in een brief (pdf) aan de Tweede Kamer. Daarom gaat de Belastingdienst onder meer nieuwe data-analisten, accountants en opsporingsambtenaren aantrekken.

Opsporen buitenlands vermogen is tijdrovende klus

De aanpak van geheime spaarpotjes in het buitenland wordt namelijk steeds ingewikkelder, aldus Snel. Zo maken ‘vermogensverhullers’ steeds vaker gebruik van een leger aan professionele helpers, zoals advocaten en adviseurs. En zij laten het vaker aankomen op een rechtszaak. Daarmee wordt het een tijdrovende klus om het vermogen te achterhalen, aldus Snel.
Bovendien komt er door internationale samenwerking ook steeds meer bruikbare informatie binnen bij de Belastingdienst en opsporingsdienst FIOD. Alleen is er meer capaciteit nodig om al die tips na te trekken. In totaal trekt het kabinet daar dus € 17 miljoen voor uit. Daarvan is er in 2019 al € 2 miljoen beschikbaar. In 2020 tot en met 2022 gaat het om € 5 miljoen per jaar.

Inkeerregeling zwartspaarders in de prullenbak

Of de miljoeneninvestering ook terugverdiend gaat worden is niet zeker, valt op te maken uit de brief van Snel. De bewindsman stelt dat het niet is gelukt om een directe relatie te leggen tussen de investeringen in extra capaciteit en extra belastingopbrengsten. Maar volgens Snel zit er in elk geval een bate ‘in het maatschappelijke effect en rechtvaardigheid’. Dat zwartspaarders niet wegkomen met hun belastingontwijking zou een oppepper zijn voor de belastingmoraal.
Dat rechtvaardigheidsgevoel was eerder ook de reden om de inkeerregeling in de prullenbak te gooien. De afgelopen jaren kende Nederland namelijk nog een vrij soepele inkeerregeling, waarbij spijtoptanten die hun buitenlandse spaarpotje alsnog meldden geen boete hoefden te betalen (wél belasting over hun vermogen uiteraard). Aan die coulance is sinds dit jaar een einde gekomen.

Bijlagen bij dit bericht

Belastingcontrole
E-learning | VideoCollege 10 minuten