Ondernemer had moeten weten dat aanslag niet klopte

23 januari 2018 | Door redactie

Een ondernemer krijgt een navorderingsaanslag op de mat, maar hoort tegelijkertijd van de fiscus dat hij over dat belastingjaar juist geld terugkrijgt. Dat lijkt mooi meegenomen, maar in zo'n geval kan de belastingplichtige zich niet verschuilen achter het motto 'foutje, bedankt'. Als het een zogeheten kenbare fout is, mag de fiscus gewoon navorderen.

In een onlangs gepubliceerd vonnis draaide het om een directeur-grootaandeelhouder (dga) van een bv, die in drie jaar zijn huis verbouwde. Hij betaalde die verbouwing met geldopnames uit de rekening-courant van de bv. Eind 2012 was die schuld opgelopen tot ruim € 211.000. Ondertussen had de dga geen overeenkomst over de opnames gesloten met de bv, en waren er ook geen afspraken over aflossing.
De Belastingdienst deed boekenonderzoek bij de bv, omdat de fiscus nog zo’n vier ton aan belasting tegoed had van de onderneming. De inspecteur kwam na het doorpluizen van de boeken tot de conclusie dat de dga ruim € 211.000 had onttrokken aan de bv. Eén en ander leidde tot een navorderingsaanslag inkomstenbelasting van meer dan € 46.000 voor de dga.

Automatische aangifte loopt gewoon door

Maar in de tussentijd liep het automatische aangifteproces van de dga gewoon door. Een controlemedewerker van de fiscus had namelijk nagelaten om dat proces in de interne systemen te blokkeren. En dus kreeg de dga, netjes volgens zijn eigen aangifte, € 1.451 aan belasting terug.
Met die gang van zaken in de hand ging de dga dan ook in beroep bij de rechtbank tegen de navorderingsaanslag (tool). Volgens hem had de inspecteur onzorgvuldig gehandeld bij het opleggen van de aanslag. Ofwel in juridische termen: ‘ambtelijk verzuim gepleegd’ door het niet blokkeren van het automatische aangifteproces. Daardoor zou de inspecteur het recht hebben verspeeld om nog een navordering op te leggen.

Groot verschil tussen geheven en verschuldigde belasting

De rechtbank ging niet mee in die redenering. De rechters stelden vast dat het saldo van de rekening-courantschuld terecht aangemerkt was als onttrekking. Vervolgens was de vraag of het hier ging om een ‘kenbare fout’ in de aanslag. In dat geval was navordering namelijk prima mogelijk, ambtelijk verzuim of niet.
De vuistregel is dat er sprake van een kenbare fout is als er minstens 30% verschil zit tussen de geheven belasting en wat de belastingplichtige eigenlijk had moeten afdragen. Aangezien de dga ruim € 1.400 terugkreeg terwijl hij eigenlijk € 46.000 had moeten betalen, was aan dat criterium wel voldaan. De dga had dus moeten weten dat het zaakje niet klopte. De navorderingsaanslag bleef in stand.
Rechtbank Noord-Nederland, 28 september 2017, ECLI (verkort): 3736