De inflatie is in het afgelopen jaar flink gestegen en ook de gas- en energieprijzen rijzen de pan uit. Hoewel onderhandelingen over loonstijging vaak plaatsvinden op cao-niveau, kan ook de ondernemingsraad (OR) een belangrijke rol spelen.
Hoewel werknemers dezelfde prestaties leveren, is werken in veel gevallen veel minder lonend geworden. De hoge inflatie en de hoge gas- en energieprijzen verlagen de koopkracht immers flink. Er is dan ook al enige tijd een collectieve roep om indexatie van lonen, ter compensatie van de toenemende kosten. Steeds vaker gaan werknemers ook over tot regionale en landelijke stakingen. De OR kan de hoogte van de beloning van werknemers bespreekbaar maken (artikel) en met de bestuurder meedenken over een passende tegemoetkoming.
De hoogte van de beloning van werknemers is een primaire arbeidsvoorwaarde en valt daarom niet onder het instemmingsrecht van de OR (artikel 27 WOR). De OR heeft echter ook de taak om de naleving van de geldende voorschriften op het gebied van de arbeidsvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld vastgelegd in de cao, te bevorderen; net als gelijke behandeling die zich bijvoorbeeld ook uit in de beloningsverhoudingen binnen de organisatie (artikel 28, lid 1 en lid 3 WOR). Bovendien kan de OR op basis van het initiatiefrecht invloed uitoefenen op het beloningsbeleid van de organisatie (artikel 23 WOR).
De Wet op de ondernemingsraden biedt de OR dus verschillende ingangen om het onderwerp beloning bespreekbaar te maken en de bestuurder te ondersteunen in de besluitvorming over (collectieve) loonsverhogingen. Belangrijke argumenten om tot tegemoetkoming over te gaan zijn: