Wet eerlijk delen laat werknemer meedelen in de winst

23 september 2020 | Door redactie

Met drie initiatiefwetsvoorstellen wil de Socialistische Partij (SP) de positie van werknemers versterken: de Wet eerlijk beslissen, de Wet eerlijk inkomen en de Wet eerlijk delen. Het laatste wetsvoorstel moet ertoe leiden dat ook werknemers gaan meedelen in de winst.

De Wet eerlijk beslissen geeft de OR in grote organisaties meer inspraak bij het beleid en de Wet eerlijk inkomen regelt een stapsgewijze verhoging van het minimumloon. Met het derde wetsvoorstel, de Wet eerlijk delen, wil de SP ervoor zorgen dat grote organisaties (vanaf 100 werknemers) de winst eerlijker gaan verdelen. De SP wil dat niet alleen aandeelhouders, maar ook werknemers gaan meedelen in de winst. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de ondernemingsraad (OR).

OR moet winst onder achterban gaan verdelen

Volgens de Wet eerlijk delen moet de bestuurder een administratiekantoor oprichten als de OR hierom vraagt. Dit administratiekantoor moet ervoor zorgen dat de winst eerlijk wordt verdeeld onder de werknemers. Werknemers krijgen recht op een pro rato-aandeel van de winst, afhankelijk van het aantal gewerkte uren. Het bestuur van het administratiekantoor zal bestaan uit OR-leden. Als het wetsvoorstel daadwerkelijk wordt aangenomen, krijgt de OR er dus een belangrijke taak bij.

Beloningssysteem is bekend terrein voor de OR

Het administratiekantoor gaat op deze manier invulling geven aan het beloningssysteem. Het beloningsbeleid is bekend terrein voor de OR, want de raad heeft instemmingsrecht bij het belonings- of functiewaarderingssysteem (artikel 27, lid 1c WOR). Ook moet de OR van grote ondernemingen sinds 1 januari 2019 verplicht met de bestuurder in gesprek over verschillen in de beloning binnen de organisatie.

Belanghebbenden kunnen nu reageren op Wet eerlijk delen

De Wet eerlijk delen staat tot en met 17 november 2020 op internetconsultatie.nl. Zolang het initiatief wetsvoorstel op internetconsultatie.nl staat, kunnen belanghebbenden erop reageren. Daarna zullen de Tweede en Eerste Kamer zich erover buigen.