Rechter keurt hoofdelijke aansprakelijkheid ACM-boetes af

4 maart 2019 | Door redactie

Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt kan boetes opleggen aan ondernemingen die de rechten van consumenten met voeten treden. In een recente zaak heeft de waakhond geprobeerd om de bestuurders van een onderneming hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor zo’n boete. Maar dat kon wettelijk niet door de beugel, oordeelde de rechter.

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) houdt toezicht op kartelvorming en de telecomsector, maar ook op de rechten van consumenten. De boetes die de toezichthouder uiteindelijk kan opleggen zijn niet kinderachtig: tot maximaal € 900.000, of 1% of 10% van de jaaromzet.

ACM legt boetes op aan onderneming én bestuurders

In een recente zaak legde de ACM een boete op aan een onderneming die online aan consumenten verkocht. Volgens de toezichthouder ging de onderneming niet goed om met de retouren. Zo reageerde de onderneming niet als klanten die een product terugstuurden waren vergeten om een bankrekeningnummer op te geven. In dat geval wachtte de onderneming tot de klant zelf informeerde waar het geld bleef. En dan werd er, in plaats van een terugstorting, een cadeaubon ter waarde van het aankoopbedrag opgestuurd. Als de klant daar ook geen genoegen mee nam, werd de cadeaubon geannuleerd en alsnog het geld teruggestort. Volgens de toezichthouder hield de onderneming zich hiermee niet aan het consumentenrecht. De ACM legde daarom bestuurlijke boetes op aan de onderneming van in totaal € 500.000. Bovendien stelde de waakhond de twee bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor betaling van een deel van de boetes, tot een bedrag van € 125.000. 

Rechtbank matigt boetes

De rechtbank in Rotterdam matigde echter eerder al de boetes tot in totaal € 250.000, en stelde de boete voor beide bestuurders op € 75.000. Zij zouden niet hoeven te betalen als de onderneming het hele boetebedrag voldeed. Maar de bestuurders van de onderneming én de ACM namen geen genoegen met die uitspraak en legden de zaak voor aan het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Die vond in elk geval dat de ACM genoeg bewijs had aangedragen dat de gang van zaken in de onderneming rond de retouren inderdaad niet in de haak was. Het opleggen van een boete was dus gerechtvaardigd. 

Geen wettelijke basis voor hoofdelijke aansprakelijkheid

Maar over de wijze waarop die boete was opgelegd, was het CBb niet te spreken. De vraag was namelijk of de ACM wel bevoegd is om natuurlijke personen hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor boetes voor een rechtspersoon. Volgens het CBb is daar geen wettelijke basis voor. Het is juist de bedoeling dat elke overtreder afzonderlijk bepaald moet worden in hoeverre hij verantwoordelijk is voor de overtreding. En daar hoort ook een individuele boete bij. Het CBb splitste de boetes daarom op en bepaalde de hoogtes op € 150.000 voor de onderneming en € 50.000 voor elk van de bestuurders. Nog steeds een boete dus, maar wel een stuk lager dan de oorspronkelijke € 500.000.
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 5 februari 2019, ECLI (verkort): 47