Bij onbehoorlijk bestuur kan de fiscus bestuurders aansprakelijk stellen voor de betaling van belastingschulden van de bv. Een vermoeden van onbehoorlijk bestuur is aanwezig als de bestuurder niet op tijd melding maakt van het niet kunnen betalen van de belasting. Dit zogenoemde bewijsvermoeden is volgens het gerechtshof in Arnhem niet in strijd met de Europese regels.
In deze zaak ging het om een enig bestuurder van een bv. De zaken gingen niet zo goed en de bestuurder moest daarom op 12 mei 2000 bij de ontvanger melden dat hij de belastingschulden niet langer kon betalen. De fiscus vond echter dat deze melding niet op tijd was en dat er sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De bestuurder had immers de betalingsonmacht direct moeten melden. Door dit niet te doen was er een bewijsvermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De Belastingdienst stelde de bestuurder aansprakelijk voor de niet-betaalde loonbelasting en BTW over 1999 voor een bedrag van € 73.048,40. Volgens de bestuurder was echter geen sprake van onbehoorlijk bestuur en was het zogenoemde bewijsvermoeden in strijd met het Europese recht. De ontvanger kon immers de betalingsonmacht zelf uit de computersystemen afleiden uit het feit dat de belastingen niet werden betaald. De regeling van het bewijsvermoeden ging volgens de bestuurder dus verder dan nodig.
Volgens de rechters van het gerechtshof was duidelijk dat de bv geen melding van de betalingsonmacht had gedaan. De bestuurder had dit wel moeten doen en de fiscus mocht de bestuurder dus ook aansprakelijk stellen voor de belastingschulden van de bv. Daarnaast hoeft bij het niet betalen van de belastingschuld niet direct sprake te zijn van betalingsonmacht, maar zou dit ook kunnen komen door onachtzaamheid of onwil. De Belastingdienst zou dan in alle gevallen onderzoek moeten instellen. Om dat te voorkomen kon de wetgever de regeling van het bewijsvermoeden in de wet opnemen. Deze regeling was dan ook niet in strijd met de Europese regels. De fiscus mocht de bestuurder dus aansprakelijk stellen voor het niet betalen van de belastingschulden.
Gerechtshof Arnhem, 27 april 2011, LJN: BQ4209