Een belastingplichtige die het niet eens is met een aanslag of beschikking dient natuurlijk een bezwaarschrift in. De Belastingdienst moet hier in principe binnen zes weken uitspraak op doen. Die termijn kan wel wat verlengd worden maar als de fiscus maar niet komt met de uitspraak, welke stappen kunnen er dan worden ondernomen?
De Belastingdienst moet als een belastingplichtige een bezwaarschift indient (toolbox) in principe binnen zes weken een reactie geven. De beslistermijn van zes weken kan de fiscus nog verlengen met zes weken. Wil de inspecteur daarna nog langer de tijd dan moet de belastingplichtige daarmee instemmen.
Neemt de inspecteur maar geen beslissing op het bezwaarschrift en raakt het geduld op, dan kan de belastingplichtige een dwangsom eisen (Vraag & Antwoord). Hij moet de fiscus dan binnen een redelijke termijn schriftelijk in gebreke stellen. Na de ingebrekestelling heeft de fiscus nog twee weken om alsnog een uitspraak te doen op het bezwaar. Gebeurt dit niet, dan heeft de belastingplichtige recht op een dwangsom voor elke dag dat de beslissing uitblijft.
Als de inspecteur na twee weken nog niets van zich heeft laten horen kan beroep worden ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op het bezwaarschrift. Verklaart de rechter het beroepschrift gegrond, dan moet de fiscus alsnog binnen twee weken een uitspraak doen.
Bij het achter de broek zitten van de Belastingdienst om een uitspraak op een bezwaar te krijgen komen naast de hierboven genoemde nog een flink aantal voorwaarden en termijnen kijken.
Al deze info en nog veel meer is te lezen in dit verdiepingsartikel.