Mocht het onverhoopt zo zijn dat u het toch een keer niet eens bent met de Belastingdienst, dan zijn er allerlei mogelijkheden om dat aan te kaarten. Een optie die niet zo heel erg in de spotlights staat, is het indienen van een verzoekschrift bij speciale commissies van de Tweede of de Eerste Kamer.
Heel vreemd is het ook weer niet dat die route niet zo bekend is, want er zijn heel wat drempels waar u overheen moet voordat de commissie een verzoek in behandeling neemt.
Als u vindt dat uw aanslag te hoog is, kunt u bezwaar aantekenen bij de inspecteur. Leidt dat niet tot het gewenste resultaat, dan kunt u beroep instellen bij de rechtbank. Die klachtenafhandeling is al aardig dichtgetimmerd.Dus waar passen de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven van de Tweede Kamer en de Commissie voor Verzoekschriften van de Eerste Kamer dan in dit plaatje?
Feitelijk vallen deze commissies buiten de bezwaar- en beroepsprocedure. Eén van de voorwaarden voor de commissies om een verzoekschrift in behandeling te nemen is namelijk dat de zaak niet voorgelegd kan worden aan de rechter. Ook mag de kwestie niet in behandeling zijn bij de Nationale Ombudsman.
Andere regels rondom een verzoekschrift zijn:
De commissie van de Tweede Kamer komt zo’n tien keer per jaar bij elkaar. Als de commissie besluit om het verzoekschrift in behandeling te nemen, dan wordt de verantwoordelijke minister of staatssecretaris schriftelijk om een reactie gevraagd. De indiener mag weer schriftelijk reageren op dat standpunt, en vervolgens mag de bewindspersoon nog een reactie geven.
Mogelijk komen de partijen in dit traject al tot een oplossing. Zo niet, dan velt de commissie een oordeel over de vraag of de Rijksoverheid haar taak naar behoren heeft uitgevoerd. Is dat niet zo, dan doet de commissie een voorstel aan de Tweede Kamer om de bewindspersoon ter verantwoording te roepen.
De meeste verzoekschriften zijn niet behandeld
Er zijn dus best wat drempels om een verzoekschrift in behandeling te laten nemen. Ter illustratie: in het vergaderjaar 2019-2020 zijn 188 verzoekschriften ingediend bij de commissie van de Tweede Kamer. Daarvan zijn er zes in behandeling genomen. De meeste verzoekschriften zijn niet behandeld omdat zij eigenlijk een pleidooi waren om wetten of beleid aan te passen.
Een voorbeeld van zaken waarin de commissie wél wat kan betekenen zijn kwesties die draaien om het toepassen van de ‘hardheidsclausule’. Zo’n clausule geeft de overheid de mogelijkheid om een uitzondering te maken als een wet iemand onevenredig hard treft, terwijl dat niet voorzien was bij de invoering.
Als u vindt dat u in zo’n situatie zit, kunt u de minister vragen om de hardheidsclausule toe te passen. Doet de minister dit niet, dan kunt u daartegen geen bezwaar maken of in beroep gaan. Maar dan ligt dus de weg naar de commissie dus nog wél open.
U kunt de commissie van de Tweede Kamer als volgt bereiken:
Voor contact met de commissie van de Eerste Kamer, kijk op: https://www.eerstekamer.nl/commissies/verzoekschriften.
Eerder dit jaar oordeelde de commissie van de Tweede Kamer over een klacht van een ondernemer. Die had de fiscus in 2019 gevraagd om zijn BTW-schuld deels kwijt te schelden. De Belastingdienst nam geen contact op met de ondernemer, maar wees na vier maanden het verzoek af.
De ondernemer klaagde bij de commissie dat zijn verzoek pas na vier maanden was afgewezen, en dat hij geen helderheid kon krijgen over de motivatie daarvan. De commissie vond dat de ondernemer niet juist behandeld was. Iemand die een kwijtscheldingsverzoek doet, moet in elk geval de kans hebben om uitleg te geven.
De commissie stelde de Tweede Kamer voor om de staatssecretaris van Financiën te verzoeken om het dossier opnieuw te beoordelen, waarbij de ondernemer de gelegenheid moet krijgen om extra informatie aan te leveren.