Uw organisatie is verplicht om eventuele fouten in de ingediende BTW-aangifte aan de Belastingdienst te melden. Geeft u te weinig BTW aan in de aangifte, dan kunt u de betaling van belastingrente voorkomen als u binnen drie maanden na afloop van het jaar een suppletieformulier invult. Voor de BTW over 2016 moet dat dus vóór 1 april 2017.
Is uw organisatie ondernemer voor de BTW (tools), dan moet u elke maand, kwartaal of jaar een BTW-aangifte indienen. Achteraf kan blijken dat u niet het juiste bedrag aan BTW heeft aangegeven. U kunt dan nog een BTW-suppletie (tool) indienen als u dit jaar of in de afgelopen vijf jaar te veel of te weinig BTW heeft betaald. Als u vóór 1 april 2017 de verschuldigde BTW aangeeft, hoeft u geen belastingrente te betalen en voorkomt u een boete.
Het corrigeren van de BTW-aangifte kan nodig zijn, omdat u te veel of te weinig BTW heeft aangegeven. Gaat het om correcties van € 1.000 of minder, dan hoeft u geen suppletie in te dienen. U mag de correcties dan verwerken in de eerstvolgende aangifte. In alle andere gevallen moet u een suppletie indienen. De volgende twee scenario’s zijn dan mogelijk:
Halverwege 2013 startte de Belastingdienst de ‘Actie balansschulden omzetbelasting’. Met deze actie werden onverklaarbare afdrachtverschillen inzichtelijk gemaakt. Maar per 1 maart 2017 gelden weer de uitgangspunten voor het opleggen van boetes bij het toezichtproces, zoals die zijn vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. Dit betekent dat bij een vrijwillige verbetering via een suppletie geen vergrijpboete wordt opgelegd en geen verzuimboete wordt opgelegd als het alsnog te betalen bedrag niet hoger is dan € 20.000 en ook niet meer dan 10% van de betaalde BTW over 2016.