Ook voor de omzetgerelateerde vrijstellingsregeling voor ondernemers van belasting (OVOB), die per 1 januari 2020 de kleineondernemersregeling (KOR) voor de BTW moet gaan vervangen, kunt u blijven kiezen. Deze is namelijk facultatief.
Het kabinet wil kleine ondernemers stimuleren en ondersteunen en de administratieve lasten voor hen verminderen. Daarom is besloten de KOR (tool) die voor de BTW geldt aan te gaan pakken. Er is een vereenvoudigde vrijstellingsregeling voor kleine ondernemers uitgewerkt waarmee, ongeacht de rechtsvorm, de administratieve lasten worden verlicht: de OVOB. Ook rechtspersonen zoals de bv en een stichting of vereniging kunnen dus van de nieuwe regeling gebruik gaan maken. Deze regeling is uitgewerkt in een nieuw artikel 25. Nu geldt de KOR alleen nog voor de natuurlijke persoon zoals een zelfstandige die ondernemer voor de inkomstenbelasting is.
Het draait bij deze nieuwe regeling dus om de omzet. De hoogte van deze omzet is echter nog niet bekendgemaakt. Daarnaast gaat het om een facultatieve vrijstelling, een BTW-ondernemer kan dus zelf bepalen of hij er wel of niet gebruik van maakt. Kiest hij voor toepassing van de OVOB, dan mag hij geen BTW aan zijn afnemers in rekening brengen. Hij wordt dan ontheven van het doen van BTW-aangifte en de daarbij horende administratieve verplichtingen (tool) ten aanzien van de door hem verrichte leveringen en diensten in Nederland. Dit geldt ook voor intracommunautaire leveringen die de BTW-ondernemer verricht, waarbij de plaats van levering in Nederland ligt.
Door het ministerie van Financiën is het wetsvoorstel OVOB ter consultatie aangeboden. Hierop kan nog tot 1 mei 2018 gereageerd worden. Het bedrag van de omzetgrens is daarin dus niet gepubliceerd. Dit wordt namelijk eerst ter goedkeuring aan de Europese Commissie voorgelegd.