De Belastingdienst gaat soepel om met de BTW op diensten of producten die al dit jaar zijn betaald maar pas volgend jaar worden geleverd. Vanaf 2019 gaat namelijk de verhoging van het lage BTW-tarief in, van 6% naar 9%. Om ondernemers enigszins tegemoet te komen legt de fiscus in deze gevallen geen naheffingen op.
Het kabinet heeft in het regeerakkoord afgesproken om het lage BTW-tarief (tool) op te trekken van 6% naar 9%. Die extra belastinginkomsten zijn onder meer nodig om de verlaging van de tarieven in de inkomstenbelasting te dekken. De verhoging van het lage BTW-tarief komt waarschijnlijk terug in het Belastingplan 2019, dat komende Prinsjesdag gepresenteerd wordt. Als de Tweede en Eerste Kamer ermee instemmen dan is de verhoging per 1 januari 2019 een feit.
Daarmee ontstaat een bijzondere BTW-situatie voor producten of diensten die al dit jaar betaald worden, maar pas in 2019 worden geleverd. Bijvoorbeeld kaartjes voor festivals of sportevenementen die pas volgend jaar plaatsvinden. Op de prijs van deze kaartjes zit dan nu 6%, maar tijdens het festival zelf geldt een tarief van 9%. In principe zou de Belastingdienst dus het verschil van 3 procentpunt kunnen naheffen (tool). Maar die administratieve rompslomp wil het kabinet ondernemers besparen, heeft staatssecretaris Snel van Financiën laten weten. Daarom zullen er in deze gevallen geen naheffingen volgen.
Dat geldt ook voor diensten die onder het lage tarief vallen, zoals een verbouwing van een woning. Als de bouwer al dit jaar is betaald, terwijl de aanbouw pas volgend jaar wordt gezet, volgt er dus geen BTW-naheffing.
MKB-Nederland vindt het goed dat ondernemers op deze manier geen extra administratieve lasten voor hun kiezen krijgen. Maar de ondernemersorganisatie blijft bij het standpunt dat de hele verhoging van het lage tarief van tafel moet, omdat de mkb’ers er een fikse financiële knauw van krijgen. Mocht het terugdraaien van de maatregel er niet inzitten, dan moet er wat MKB-Nederland betreft een ‘pakket verzachtende maatregelen’ komen voor ondernemers.