Voor correctie BTW maar één methode gebruiken

17 januari 2019 | Door redactie

Voor de berekening van de correctie van de BTW voor goederen en diensten die gemengd gebruikt worden, moet een belastingplichtige één methode kiezen. Of berekenen aan de hand van het werkelijk gebruik of de omzetverhouding hanteren, maar hij mag dus niet beide toepassen.

Een BTW-ondernemer (tool) kan niet alle voorbelasting aftrekken van goederen en diensten die zowel belast als vrijgesteld voor de BTW zijn. Hij moet daarom een correctie toepassen. Hierbij kan hij ervoor kiezen om te kijken naar de omzetverhouding tussen de belaste omzet ten opzichte van de totale omzet. Dit wordt de pro-rata-aftrek genoemd. Maar als het werkelijk gebruik beter aansluit bij de werkelijkheid mag hij voor deze methode kiezen.

Alleen pro-rata-aftrek toepassen

In de betreffende zaak ging het om een fiscale eenheid voor de BTW (tool) die de correctie op de voorbelasting voor kosten van een digitaal platform berekende aan de hand van het werkelijk gebruik. Maar voor de berekening van de andere algemene kosten hanteerde ze de pro-rata-aftrek. Dit stond de inspecteur niet toe. Hij vond dat de fiscale eenheid voor alle algemene kosten de pro-rata-aftrek moest toepassen. De fiscale eenheid vond dit een schending van het Europees recht. 

Geen combinatie van beide methoden toegestaan

De rechter gaf aan dat ons land op basis van het Unierecht een combinatie van beide methoden mag toepassen, maar omdat het hier om een mogelijkheid gaat en niet een verplichting en Nederland geen gebruik heeft gemaakt van deze mogelijkheid, mag een belastingplichtige geen combinatie van beide methoden gebruiken. De inspecteur kreeg dus gelijk en de voorbelasting moet de fiscale eenheid dus berekenen aan de hand van de pro-rata-aftrek.
Rechtbank Zeeland-Brabant, 19 juli 2018 (gepubliceerd 16 januari 2019), ECLI (verkort): 4404